Groeiende onrust over kernafval, maar provincie blijft bij standpunt. 'Geen ondergrondse opslag in Drenthe'
In dit artikel:
Twee inwoners van Aa en Hunze, Anke Helder en Charissa Caron-Feiken, maakten in de Drentse Statenzaal gebruik van het inspreekrecht om hun zorgen te uiten over mogelijke opslag van kernafval in zoutkoepels bij Gasselte. Zij voelen zich als omwonenden buitengesloten door de besluitvorming.
De aanleiding was dat het Rijk 1.649 ingediende bezwaren tegen opslag in zoutkoepels in Groningen en Drenthe voorlopig heeft afgewezen. Het kabinet vindt het nog te vroeg om locaties te bespreken; het formele participatieproces voor locatiekeuze begint pas in 2027. Die handelswijze wekt bij inwoners en enkele raadsfracties onrust en wantrouwen.
Politieke partijen in de provincie reageerden scherp. SP-fractievoorzitter Greetje Dikkers klaagde over gebrek aan transparantie en sprak van achterdocht wekkende stappen. D66 en PvdA lieten weten niet positief te staan tegenover kernafval in Drenthe en benadrukten twijfels bij het huidige proces. GroenLinks-Kamerlid Benide Bolumba gebruikte een beeldspraak om het onverantwoordelijk te noemen om afval onder de grond te stoppen.
De VVD erkende de zorgen van Gasselte-bewoners, maar waarschuwde collega’s ook niet onnodig onrust te zaaien zolang het participatietraject nog niet gestart is. Fractievoorzitter Kees Vianen benadrukte dat er geen feiten zijn die Gasselte concreet in beeld brengen.
Gedeputeerde Henk Jumelet (Energie) herhaalde het officiële provinciale standpunt, vastgelegd in de Strategie Bodem en Ondergrond van 2021: geen ondergrondse opslag van kernafval en gevaarlijk afval in Drenthe. Tegelijkertijd gaf hij het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat een waarschuwing over ontoereikende communicatie en riep op tot betere voorlichting richting inwoners.
Kort samengevat: lokale bewoners voelen zich genegeerd na het afwijzen van massale bezwaren tegen zoutkoepel-opslag; provinciale politiek is verdeeld tussen afwijzing en pleidooi voor geduld, terwijl het Rijk het onderwerp voorlopig op de lange baan schuift totdat het participatieproces in 2027 begint.