Graphic novel: oude literatuur in een nieuwe jas
In dit artikel:
Beeldromans (graphic novels) hebben zich in zo’n veertig jaar ontwikkeld van veredelde strip tot een volwaardig literair genre: visueel gedreven verhalen met vaak complexe thema’s, uitgewerkte personages en een trouwe lezersschare. Een recent voorbeeld is de herleving van Kees Bakels: sinds september prijkt een tekening van de jongen in zwembadhouding aan een muur in de Jordaan, afkomstig uit Dick Matena’s beeldroman van Theo Thijssens Kees de jongen (2012). Zulke projecten maken het leefgevoel van klassieke romans tastbaar en zichtbaar voor een nieuw publiek.
Nederlandse uitgevers zetten steeds vaker klassieke romans in beeld. Deze zomer verscheen een graphic novel van Bartje (Anne de Vries), en Ivan Petrus Adriaenssens bewerkte Stijn Streuvels’ Het leven en de dood in de ast tot een kleurrijk beeldverhaal. Eerder werden ook Max Havelaar, Het Achterhuis en De aanslag als beeldromans uitgebracht. Die trend volgt een internationaal voorbeeld: bestsellers als Heer der vliegen, 1984 en Brave New World kregen recent beeldbewerkingen.
De motieven zijn duidelijk: klassiekers concurreren tegenwoordig met televisie, games en sociale media en moeten zich staande zien te houden tussen jaarlijks honderden duizenden nieuwe boeken. Een nieuwe vertelvorm kan die titels opnieuw onder de aandacht brengen en aantrekkelijk maken voor lezers die anders niet bij de oorspronkelijke romans zouden aankloppen.
Beeldromanadaptaties lopen sterk uiteen in aanpak. Sommige makers kiezen voor een compacte adaptatie: Bartje werd teruggebracht van 320 naar 104 pagina’s, waarbij scènes worden samengevoegd zonder per se onwaar of onnauwkeurig te zijn—illustraties kunnen veel in één beeld vangen. Andere makers volgen de romantekst vrijwel woordelijk; Matena illustreerde bijna iedere zin van Kees de jongen, waardoor zijn uitgave een zwaar beladen combinatie van tekst en beeld is. Weer anderen laten de oorspronkelijke tekst weg en vertellen uitsluitend met tekeningen; de Streuvels-uitgave vangt zo het fysieke zwoegen van arbeiders visueel en voegde het oorspronkelijke boek achterin toe als brug naar de bron.
Er kleven voor- en nadelen aan de verstripte vorm. Beeldromans kunnen klassiekers opnieuw laten leven en dienen als opstapje naar de originele werken, maar brengen nooit precies de taalkundige authenticiteit van de auteur over. Typisch voorbeeld: Bartjes kenmerkende uitspraak is in de graphic novel in algemeen Nederlands weergegeven, waardoor een deel van de lokale kleur en het karakterverlies optreedt. Bovendien vergt het lezen van beeldromans andere vaardigheden: ze zijn geen luie samenvattingen maar vragen verbeeldingskracht en leesvaardigheid.
Kortom: beeldromans vormen een waardevolle aanvulling op het literaire landschap. Ze herintroduceren oudere werken aan een hedendaags publiek, bieden verschillende manieren van adaptatie en kunnen zowel uitnodigen tot verdere lectuur als kritiek oproepen vanwege ingekorte of aangepaste vormen.