Google polste dorpen over datacenter in Oostpolder. 'Ik zei: 'Alleen als-ie diep in de grond komt en geen geluid maakt'

In dit artikel:

Google heeft in juli via belangenorganisatie Bewoners Belangen Eerst Oostpolder (BBE) bij omliggende dorpen informeel nagevraagd wat men zou vinden van een datacenter in de Oostpolder bij de Eemshaven. BBE-woordvoerder Ab Reitsma zegt dat het gesprek plaatsvond in de Eemshaven en dat de dorpen er weinig voor voelen. Google kon woensdagavond niet meer reageren.

De gemeente Het Hogeland en de provincie willen de 600 hectare grote polder omvormen tot een groen industriegebied voor onder meer waterstof- en duurzame-energiebedrijven, inclusief een hoogspanningsstation voor stroom van Noordzee-windparken. In het huidige plan zijn datacenters nog toegestaan, maar wethouder Eltjo Dijkhuis liet weten dat de gemeente zich ervoor inzet dat die er niet komen: "We willen dit absoluut niet." Provincie en gemeente voeren onderhandelingen met vijftien boeren over verkoop van grond; als compensatie is elders al 275 hectare aangekocht.

Ruim 400 hectare is bestemd voor bedrijvigheid, terwijl aan de zuidzijde een groen-blauwe bufferzone van circa 160 hectare met bomen en water gepland staat. Omwonenden en BBE vrezen dat die buffer vooral ruimte zal bieden aan infrastructuur en leidingen, en onvoldoende bescherming biedt tegen geluids- en zichthinder van grote gebouwen. Er is verontrusting over de voorgestelde bouwhoogtes (tot 45 meter) en relatief hoge geluidsnormen; bewoners vinden zulke constructies eerder thuishoren op een traditioneel industrieterrein.

Raadsleden deelden zorgen, onder meer over de verwachte overlast tijdens de bouwfase en over waar de buitenlandse werknemers gehuisvest zouden worden. Er was ook kritiek op de provincie vanwege de timing van een informatiebijeenkomst die samenviel met het gemeenteraadsdebat. Provincie en gemeenteraad nemen op 10 september een besluit over het inpassingsplan voor de Oostpolder.

Extra context: datacenters trekken veel stroom en vereisen koel- en infrastructuur, wat spanning kan geven met het beoogde ‘groene’ profiel van het gebied en de leefbaarheid van nabijgelegen dorpen.