Google krijgt monsterboete van 2,95 miljard euro van Europese Commissie
In dit artikel:
De Europese Commissie legde Google een boete van 2,95 miljard euro op omdat het bedrijf zijn machtspositie in de online advertentietechnologie misbruikte. Brussel oordeelt dat Google eigen diensten in de adtech-keten – met name de advertentie-server DoubleClick for Publishers (DFP) en advertentieplatforms zoals Google Ads en DV360 – systematisch bevoordeelde, waardoor concurrenten, adverteerders en uitgevers werden benadeeld en Google zijn marktdominantie en tarieven kon versterken. De Commissie stelt dat deze praktijken sinds ten minste 2014 plaatsvonden.
Als directe maatregel moet Google onmiddellijk stoppen met de bevoordeling van eigen diensten en binnen 60 dagen een plan voorleggen om de zogenaamde inherente belangenconflicten in de adtech-keten op te lossen. Hoewel Google ruimte krijgt om zelf oplossingen aan te dragen, liet de Commissie weten dat alleen het afstoten van delen van de adtech-activiteiten het probleem volledig zou kunnen verhelpen — een ingrijpende stap die het bedrijfsmodel van Google wezenlijk zou veranderen.
De zaak loopt formeel sinds juni 2021; Brussel bracht in juni 2023 een Statement of Objections uit en Google reageerde in december. Deze uitspraak is ook relevant voor een vergelijkbare Amerikaanse procedure: een proef over de remedie start daar op 22 september 2025. Bovendien kunnen in Europa getroffen partijen nu schadevergoeding eisen, waarbij de beslissing van de Commissie als bindend bewijs geldt dat illegale concurrentieverstorende praktijken hebben plaatsgevonden.
De boete leidde tot felle reacties uit de VS. Voormalig president Donald Trump noemde de sanctie via zijn platform Truth oneerlijk en dreigde met tegenmaatregelen via een Section‑301-procedure, waarmee hij handelssancties overweegt. Zijn reactie illustreert de geopolitieke spanning rond het reguleren van grote techbedrijven.
Kortom: Brussel straft Google fors voor het koopmanschap in adtech, eist onmiddellijke gedragsverandering en legt de deur open voor structurele ingrepen — met mogelijke ripple‑effects voor internationale rechtszaken en de advertentiemarkt.