Goedkope Chinese producten overspoelen de wereld. Hoe moeten Europa en de VS daarop reageren?
In dit artikel:
1 december 2025 — De sterke groei van de Chinese export zet beleidsmakers wereldwijd voor een keuze: muren optrekken of het beleid anders inrichten. De artikelgrondgedachte is dat brede importbarrières geen goed antwoord zijn; in plaats daarvan is precisie nodig omdat er drie verschillende problemen onder de discussie schuilgaan: nationale veiligheid, innovatie en werkgelegenheid.
Nationaal veiligheidsbelang: regeringen in de VS en Europa zien China steeds meer als geopolitieke rivaal en hebben daarom legitieme redenen om afhankelijkheden van kritieke militaire toeleveringen en gevoelige technologieën te verminderen. Dergelijke maatregelen moeten echter smal en goed gemotiveerd zijn, zodat ze alleen goederen en technologieën raken die direct nationale veiligheid betreffen. De voorgestelde strategie van “small yard, high fence” dwingt tot terughoudendheid en transparantie en verkleint het risico op escalatie.
Innovatie: goedkope Chinese import kan het innovatievermogen van ontvangerlanden verzwakken als de meest technologisch geavanceerde onderdelen van de maakindustrie wegvallen. Omdat juist die geavanceerde subsectoren R&D en kennisverspreiding stimuleren, verdient beleid gerichte bescherming en vooral proactieve stimulering van innovatie — niet het beschermen van massaproductie van standaardgoederen. De aanbeveling is om modern industriebeleid te voeren: gerichte subsidies, coördinatie en investeringen die zich richten op hoogtechnologische onderdelen (bijvoorbeeld de volgende generatie elektrische voertuigen), en daarbij inspiratie te halen uit het Chinese industriebeleid maar aangepast aan nationale omstandigheden. Importbescherming kan hooguit tijdelijk als schild dienen terwijl binnenlands innovatiebeleid op gang komt.
Werkgelegenheid: zorgen over banenverlies door de “China shock” zijn reëel, zeker in achtergestelde regio’s waar sociale problemen toenemen. Toch is het onrealistisch te verwachten dat massale reshoring de verloren productiewerkgelegenheid volledig terugbrengt; automatisering en structurele verschuivingen maken dat onmogelijk, zoals ook blijkt uit China zelf dat miljoenen fabrieksbanen verloor ondanks zijn industriële macht. Daarom pleit het artikel voor een andere focus: investeren in het scheppen van goede banen in diensten (zorg, detailhandel, horeca, platformwerk) en in regionale ontwikkelingsprogramma’s die overheid en bedrijfsleven verbinden. Tevens moeten arbeidsvriendelijke technologieën worden bevorderd die het werk van laaggeschoolde werknemers verrijken.
Algemene conclusie: bilaterale handelstekorten op zich zijn geen reden voor brede barrières; grote onevenwichtigheden los je beter op met macro-economisch beleid. Effectief beleid vereist heldere doelstellingen, gerichte instrumenten en beleidsmixes op maat: smalle veiligheidsmaatregelen, ambitieus innovatie- en industriebeleid voor strategische subsectoren, en sociaal-economische programma’s om regionale werkgelegenheid en middenklasse te herstellen. Brede importbescherming leidt af van deze prioriteiten en schiet tekort als antwoord op de uitdaging van de Chinese exportmachine.