Goedkeurende reacties op de moord op Charlie Kirk ondersteunen terrorisme

dinsdag, 16 september 2025 (05:55) - Wynia's Week

In dit artikel:

Op 10 september 2025 werd de Amerikaanse conservatieve influencer en campusdebater Charlie Kirk op de Utah Valley University geliquideerd tijdens een gestreamd universiteitsevenement. Kirk, bekend om zijn verdediging van christelijke waarden en als woordvoerder van het Republikeinse kamp bij debatten op hogescholen en universiteiten, werd van afstand in de nek getroffen; beelden van de aanslag circuleerden online en waren gewelddadig van aard.

De verdachte is de 22‑jarige Tyler Robinson. Hoewel hij uit een gezin met Republikeinse achtergrond zou komen, lijken zijn motieven ideologisch links te zijn: op gevonden hulzen stonden teksten en symbolen die tegen fascisme gericht waren, waaronder een verwijzing naar het partizanenlied Bella Ciao. Britse media berichtten over mogelijke banden met Antifa. Gouverneur Spencer Cox omschreef de dadersmotivatie als “overduidelijk linkse ideologie”. Door de keuze van locatie (een publiek en gestreamd campusevenement) en doelwit (een invloedrijke politieke debater) betoogt de auteur dat de daad kan worden opgevat als politiek gemotiveerd geweld en daarom als terrorisme.

Kirk had een groot publiek onder jongeren via korte debatclips; hij trok bewust meningstegenstanders op tot het podium. Zijn stijl riep felle reacties op, van scherpe counters tot beschuldigingen op sociale media. De moord wakkerde in Nederland eerder ongekende reacties aan: sommige docenten en studenten uitten goedkeuring of relativering van de aanslag, en een aantal universiteitsstudenten werd gefilmd terwijl ze de dood van Kirk rechtvaardigden. Een docent ethiek werd geschorst na socialmediaberichten waarin hij de moord leek te vieren; een andere universitaire docent verdedigde die reactie. Bij een concert in Paradiso reageerde het publiek euforisch op harde, gewelddadige uitspraken over Kirk.

De auteur signaleert zorg over ontmenselijking van politieke tegenstanders en een cultuur waarin extremistische uitspraken makkelijker worden geuit of getolereerd. Ook wordt kritiek geuit op de berichtgeving: sommige artikelen en commentators verspreidden volgens de schrijver onjuiste of misleidende beschuldigingen over Kirk, terwijl andere media nadruk legden op familiefoto’s van de verdachte, wat de auteur ziet als een poging het narratief te verzachten. Historicus-journalist Wierd Duk wordt aangehaald die de viering van de moord omschrijft als teken van moreel verval.

De tekst haalt de AIVD‑definitie van extremisme aan: het bereid zijn om uit ideologische motieven gewelddadige of niet‑gewelddadige handelingen te verrichten die de democratische rechtsorde ondermijnen. De schrijver betoogt dat de goedkeurende reacties op de aanslag — met name onder jonge progressieven — onder dat begrip vallen en daarom gevaarlijk zijn, ook al zijn dergelijke uitspraken doorgaans niet strafbaar. Tevens wordt een dubbele moraal geproblematiseerd: wat als de rollen omgedraaid waren en de dader rechts‑extremistisch geweest was, veronderstelt de auteur, zou de maatschappelijke en bestuurlijke reactie anders zijn geweest.

Kernboodschap: de moord op Charlie Kirk wordt door de auteur gezien als ideologisch gemotiveerd en als een daad met terrorismekenmerken; het publiekelijk goedkeuren of bagatelliseren van die aanslag raakt de vrije meningsuiting en ondermijnt de democratische cultuur. De schrijver roept op tot erkenning van de politieke dimensie van de aanval en waarschuwt voor de gevaren van ontmenselijking en normalisering van geweld in het publieke debat.