Vlindertelling 2025: boomblauwtje doet het goed terwijl kleine vos achteruitgaat

In dit artikel:

De Vlinderstichting stelt dat 2025 voor vlinders een jaar met twee gezichten was: een sterke lente gevolgd door tegenvallende perioden in de zomer. In april en mei werden aanzienlijk meer dagvlinders geteld dan het 35‑jarige gemiddelde, mede dankzij een bijzonder warm, droog en zonnig voorjaar. Ook aan het begin van de zomer lagen de tellingen hoger dan het langjarig gemiddelde (gegevensreeksen vanaf 1990), maar vanaf half juli en eind mei gingen de aantallen duidelijk omlaag. De stichting wijst erop dat weer tijdelijk pieken kan veroorzaken, maar dat langetermijntrends vooral worden bepaald door drukfactoren zoals verdroging en teveel stikstof. Sommige soorten deden het goed (gele en oranje luzernevlinder, bont zandoogje, boomblauwtje, groot koolwitje, staartblauwtje), terwijl soorten als de kleine vos, het bont dikkopje en de heivlinder hun slechtste jaar sinds het begin van de tellingen kenden. De conclusies zijn gebaseerd op voorlopige jaartellingen volgens een vaste methode.