Gereformeerde Gemeenten buigen zich over verzoek gemeente Nieuw-Zeeland; „Als wij vacant zijn, hebben we vrijwel alleen maar leesdienst"
In dit artikel:
De Gereformeerde Gemeenten bespraken tijdens de synode een verzoek van ds. A.T. Vergunst en de gemeente Carterton (Nieuw-Zeeland), die momenteel onder de classis Utrecht valt. De gemeente vraagt toestemming om tijdens vacatureperiodes predikanten van gelijkgezinde reformatorische kerken buiten de GG — of uit Noord-Amerikaanse zusterkerken — op de kansel te mogen laten. Eerder kreeg Carterton al vrijstelling om bij afwezigheid van een predikant een ouderling regelmatig een stichtelijk woord te laten houden; nu zoekt men ruimere mogelijkheden voor voorgangers van buiten de eigen kerkgemeenschap.
Ds. Vergunst schetste de achtergrond: Carterton is vrijwel de enige behoudende reformatorische gemeente in de regio, hij diende daar van 2000–2013 en sinds 2020 weer. In de tussenliggende jaren verlieten veel jonge gezinnen de gemeente, onder meer omdat bij vacatures vaak alleen leesdiensten werden gehouden en weekdiensten wegvielen. Dat wekt bij jongere leden, die niet meer in Nederlandse emigrantencultuur opgroeien en geen Nederlands spreken, weinig begrip en binding; de gemeente is steeds meer ingebed in de lokale “Kiwicultuur”. Toen Vergunst terugkeerde, trof hij een gemeente die op instorten stond en daarom heeft de kerkenraad vooruitgewerkt aan een plan voor toekomstige vacatures.
Afgevaardigden stelden vooral procedurele vragen: het huidige verzoek betreft enkel toelating tot de kansel, niet het beroepen van buitenlandse voorgangers; dat laatste zou later ter sprake kunnen komen. Vergunst benadrukte dat hij de band met de Gereformeerde Gemeenten niet wil doorsnijden. Ideeën om GG-predikanten structureler naar Carterton te laten komen zijn eerder geprobeerd, maar in de praktijk kwamen predikanten vaak slechts voor twee à drie zondagen; daarna volgden opnieuw lange periodes met leesdiensten.
De commissie correspondentieband, die ook de relaties met andere buitenlandse kerken onderzoekt, neemt het Carterton-verzoek in behandeling en rapporteert in februari aan de synode. Tijdens de zitting kwam ook aan de orde dat een bezoek aan een Zweedse groep geen samenwerkingsmogelijkheid opleverde vanwege verschillende verbondsopvattingen. Tegelijkertijd onderzoekt de commissie een verzoek tot correspondentieband van de Free Church of Scotland (Continuing); deze kerk stelt zich op de grondslag van de Westminster Confessie, en deputaat W. Harinck signaleert in gesprekken en preken geestelijke herkenning.
Bij de vervolgzitting op woensdag reflecteerde preses ds. A. Schot op 2 Korinthe 11:28: de zorg voor alle gemeenten drukt zwaar op ambtsdragers en afgevaardigden. Hij benadrukte dat die zorg geen bemoeizucht is maar roepingsgetrouwe liefde en voortdurende betrokkenheid; tegelijk wees hij erop dat de kerk niet van mensen afhankelijk is, maar onder de hoede staat van Christus, de levende Koning. Zijn betoog was een oproep aan afgevaardigden om hun ambtelijke zorg met nederigheid en hartelijke toewijding te dragen.