Gevangenismedewerkers thuis belaagd: drie explosies en een zware mishandeling

In dit artikel:

In augustus vond verspreid over het land een reeks gewelddadige incidenten plaats gericht op personeel van de Dienst Justitiële Inrichtingen (DJI). Drie medewerkers zagen hun woning beschoten of opgeblazen: op 2 augustus raakte het huis van een medewerker van PI Heerhugowaard beschadigd, op 3 augustus werd op hetzelfde adres brand gesticht; op 20 augustus werd bij een medewerker van PI Krimpen aan den IJssel een explosie veroorzaakt waarbij die persoon gewond raakte; en in de nacht van 21 op 22 augustus was er een explosie bij de woning van iemand van Justitieel Complex Zaanstad (Westzaan). Op 29 augustus werd een medewerker van PI Alphen aan den Rijn buiten zijn werk ernstig mishandeld met een honkbalknuppel en in het ziekenhuis behandeld.

De treurige steekproef uit de maandelijkse voorvallenlijst van DJI toont dat de slachtoffers in verschillende instellingen werken en de aanvallen geografisch verspreid zijn, wat volgens directeur gevangeniswezen Jannine van den Berg wijst op losse, afzonderlijke incidenten en niet op één georganiseerd groepje dat dit coördineert. Ze noemt de frequentie uitzonderlijk en emotioneel zwaar voor collega’s: "Dit gaat echt de grens over."

De politie onderzoekt alle zaken; DJI voert daarnaast intern onderzoek om te bepalen of de aanvallen met het werk te maken hebben (bijvoorbeeld na confrontaties of reprimandes). DJI benadrukt dat personeel getraind wordt geen privégegevens te delen en op het werk geen achternamen te gebruiken, maar erkent dat informatie alsnog kan lekken of dat medewerkers gevolgd kunnen worden van werk naar huis. De onderzoeken moeten uitwijzen hoe de woonadressen zijn achterhaald en wie verantwoordelijk is.