Gerechtshof schuift probleem van advocaatloze Taghi vier maanden voor zich uit
In dit artikel:
Het gerechtshof in Amsterdam geeft betrokken partijen vier maanden extra om het nijpende probleem van het ontbreken van een advocaat voor Ridouan Taghi te doorbreken. De onderzoeksrechter van het hof moet in die periode met het landelijke dekenberaad en de Raad voor Rechtsbijstand om de tafel gaan: beide instanties houden zich met rechtshulp bezig, maar verschuiven de verantwoordelijkheid naar elkaar. De uitspraak vond plaats donderdag in de extra beveiligde zittingszaal in Vught.
Taghi, die in hoger beroep staat in het omvangrijke Marengo‑proces en eerder al levenslang kreeg opgelegd voor het opdrachtgeven tot meerdere liquidaties, zit nu ongeveer tien van de negentien maanden van het beroep zonder raadsman. Pogingen om een advocaat te vinden mislukten: twee kandidaten bleken ongeschikt (één onvoldoende geschoold, één met tegenstrijdige belangen) en eerdere verdedigers stopten wegens gebrek aan voorbereidingstijd. Taghi zegt dat potentiële advocaten vrezen als paria te worden gezien en pleit zelf voor meer tijd om zijn verdediging goed voor te bereiden.
Het Openbaar Ministerie stelt dat de deken op grond van artikel 13 van de Advocatenwet in uiterste gevallen kan aanwijzen of verplichten; het dekenberaad ontkent dat dwang mogelijk is. Het hof heeft Taghi gevraagd nogmaals zijn verzoek aan de deken te sturen. De komende vier maanden moeten duidelijk maken of er alsnog rechtsbijstand geregeld kan worden; het Marengo‑proces gaat door met zittingen in december.