Minister wil dat mbo'ers minder uren klassikaal les krijgen: 'Goedkoper, maar funest voor motivatie'

In dit artikel:

Het aantal verplichte lesuren voor mbo-studenten onder directe docentenbegeleiding wordt verlaagd in een nieuw wetsvoorstel van minister van Onderwijs Eppo Bruins. Dit voorstel, genaamd 'Verbetering aansluiting beroepsonderwijs-arbeidsmarkt (Vaba)', reduceert de verplichte uren, bijvoorbeeld van 600 naar 500 uren voor een éénjarige entreeopleiding en van 1800 naar 1500 uren voor een driejarige vakopleiding. Het idee achter deze aanpassing is dat onderwijsinstellingen de vrijgekomen tijd kunnen gebruiken voor flexibeler en innovatiever onderwijs, zoals bedrijfsbezoeken en praktijkprojecten.

Er zijn echter kritische geluiden vanuit ouderorganisatie Ouders & Onderwijs, die zich zorgen maken over de mogelijke afname van klassikaal onderwijs en de impact op de onderwijskwaliteit. De organisatie verwijst naar eerdere problemen met onderwijskwaliteit voordat de huidige urennorm in 2011 werd ingesteld, en zij pleiten voor meer docentbegeleiding, vooral voor jongere mbo-studenten.

Mbo-docent Karim Amghar geeft aan dat de behoefte aan begeleiding essentieel is, vooral gezien de diversiteit binnen de groepen en de achtergrond van de studenten. De organisatie waarschuwt ook voor de mogelijkheid dat onderwijs meer zonder docenten georganiseerd wordt, wat aantrekkelijk kan zijn in tijden van lerarentekorten maar negatief kan uitpakken voor de kwaliteit en motivatie van studenten.

Ondanks de kritiek zijn er ook positieve reacties, voornamelijk van de MBO Raad en JOB MBO, die de flexibilisering verwelkomen. Ze geloven dat dit meer maatwerk en aansluitingen bij de leerbehoeften van studenten kan opleveren, mits de kwaliteit gewaarborgd blijft.

Het wetsvoorstel is in december naar de Tweede Kamer gestuurd, met de verwachting dat er eind april antwoorden op vragen komen, gevolgd door een plenaire behandeling.