Gemengde gevoelens na uitspraak Raad van State over wakers bij abortuskliniek
In dit artikel:
De Raad van State heeft deze week een klap uitgedeeld aan de prolifebeweging: burgemeesters mogen demonstraties direct bij de ingang van abortusklinieken verbieden. Daarmee komt er een einde aan jarenlange onduidelijkheid over de grenzen van het demonstratierecht rondom die locaties. Wakers — mensen die bezoekers van klinieken proberen aan te spreken om hen van een abortus af te houden — verliezen daarmee de mogelijkheid om pal voor de deur te staan. Ze mogen weliswaar blijven demonstreren en flyers uitdelen, maar alleen op afstand binnen zicht- en gehoorsafstand van de kliniek.
Het oordeel van de hoogste bestuursrechter benadrukt het belang van rust en ongehinderde toegang tot zorg rond klinieken. De uitspraak benoemt abortus expliciet als zorg, iets wat in het artikel als opvallend wordt gekarakteriseerd omdat abortus nog altijd in het Wetboek van Strafrecht staat. Voorstanders van waken vinden het een verdrietige ontwikkeling: volgens hen zijn persoonlijke gesprekken bij de ingang soms effectief en vormen zij een manier om alternatieven en de waarde van ongeboren leven onder de aandacht te brengen.
Hoewel de beslissing de praktijken van prolife-organisaties beperkt, betekent het geen totaalverbod. De auteur ziet in de nog toegestane aanwezigheid nabij klinieken een kans om het publieke debat over abortus levend te houden, juist nu in Den Haag kabinetsformatie plaatsvindt en het politieke landschap het onderwerp verder kan normaliseren. De oproep is duidelijk: behoud van zichtbare actie bij klinieken is volgens de schrijver noodzakelijk om de discussie over de beschermwaardigheid van het leven gaande te houden.