Gemaskerde heremietkreeft ontdekt: een nieuwe soort voor Nederland
In dit artikel:
In augustus 2025 leken heremietkreeften terug te keren in het oosten van de Oosterschelde; foto’s van waarnemers wekten de indruk dat de Gewone heremietkreeft (Pagurus bernhardus) aan een comeback bezig was. Bij nadere bestudering van die beelden bleek echter dat de meeste gefotografeerde dieren een ander uiterlijk hebben: het gaat om Pagurus longicarpus, een uit Noord‑Amerika afkomstige soort die dankzij de deels zwarte, “gemaskerde” onderkant van de ogen gemakkelijk opvalt. Deze nieuwe vondst in de Oosterschelde werd door Stichting ANEMOON en betrokken onderzoekers gedocumenteerd aan de hand van recente en oudere foto’s; blijkt dat de soort al zeker sinds augustus 2024 op meerdere plekken voorkomt, en dat er mogelijk al in 2025 meer meldingen waren.
Pagurus longicarpus onderscheidt zich onder meer door een langere pols (vandaar longicarpus), de halfzwarte ogen, kleinere lichaamsgrootte (circa 2,5 cm) en kleurverschillen in poten en scharen ten opzichte van de inheemse Gewone heremietkreeft. Verwarring met andere nieuw aangetroffen soorten in de Oosterschelde is beperkt: de Harige heremietkreeft (Pagurus cuanensis) en de Bedekte heremietkreeft (Pagurus prideaux) werden eerder ontdekt (respectievelijk september 2023 en augustus 2024), maar die hebben duidelijk andere kenmerken — de Bedekte draagt vrijwel altijd de zeeanemoon Calliactis palliata en de Harige oogt behaard. Pagurus longicarpus lijkt een exoot die mogelijk via larven in ballastwater van schepen is ingevoerd; de soort was in 2020 al gerapporteerd voor de Duitse Waddenzee maar nog niet zeker elders in Europa.
Wat de vindst betekent voor de populaties in Nederlandse kustwateren is onzeker. De Gewone heremietkreeft komt nog steeds voor in de Oosterschelde, maar in lage aantallen; een volledige terugkeer is vooralsnog niet aangetoond. Of Pagurus longicarpus zich blijvend vestigt en welke ecologische effecten dat heeft, valt op dit moment niet te voorspellen.
De onderzoekers benadrukken het belang van foto‑documentatie om soorten vast te stellen en roepen burgers en onderzoekers op waarnemingen en foto’s door te geven. De opvallende ‘gemaskerde’ oogjes en de andere veldkenmerken maken herkenning relatief eenvoudig, waardoor aanvullende meldingen snel meer inzicht kunnen geven in verspreiding en mogelijke impact. Tekst en beeld zijn afkomstig van Marco Faasse, Marianne Ligthart, Rykel de Bruyne en Brendan Oonk (Stichting ANEMOON).