'Gelijke behandeling Norris en Piastri brengt McLaren in heel oncomfortabele positie'

In dit artikel:

In Qatar ging het voor McLaren mis doordat de ploeg beide rijders hetzelfde liet rijden, betoogt Ernest Knoors, ex-ingenieur bij Ferrari. Tijdens de Grand Prix in Qatar voerden Oscar Piastri en Lando Norris identieke strategieën en kregen geen duidelijke teamprioriteit, waardoor Max Verstappen en Red Bull makkelijker konden profiteren van verschillen in raceverloop en strategie-aanpassingen.

Knoors wijst erop dat gelijke behandeling in zo’n situatie geen voordeel biedt: als twee teamgenoten exact hetzelfde doen, ontstaat er geen tactisch speelveld om één coureur naar voren te helpen. Dat maakt het voor een dominante tegenstander eenvoudiger om gericht in te spelen op belastingen, pitstops en bandenkeuzes en uiteindelijk de overwinning veilig te stellen. Zijn achtergrond als technisch chef bij Ferrari geeft extra gewicht aan zijn analyse over teamdynamiek en strategische keuzes.

De fout lag volgens hem minder bij de coureurs zelf dan bij teammanagement — beslissingen over wie prioriteit krijgt, wanneer risico’s genomen worden en hoe pitstopvolgorde wordt ingezet. McLaren zette in op sportieve gelijkheid tussen Piastri en Norris, maar die gelijkheid vertaalde zich in tactische zwakte tegenover een tegenstander die wel duidelijke, agressieve keuzes maakte.

Vooruitkijkend suggereert de analyse dat McLaren keuzes moet maken over rollen binnen het team en over wie in cruciale races de voorkeur krijgt. In de huidige Formule 1, waarin Red Bull en Verstappen vaak aan kop staan, kan het ontbreken van een duidelijke nummer-1-beleid een competitief nadeel betekenen. Knoors’ observatie zet daarmee de vraag op scherp hoe teams de balans vinden tussen eerlijkheid binnen de ploeg en het maximaliseren van het kampioenschapsresultaat.