Gelekt strafdossier roept vraagtekens op over rol Vera Bergkamp rond onderzoek Khadija Arib
In dit artikel:
In de zaak rond het omstreden onderzoek naar oud-Kamervoorzitter Khadija Arib (PvdA) blijken de betrokkenheid en invloed van oud-Kamervoorzitter Vera Bergkamp (D66), oud-topambtenaar Jaap van R. en oud-griffier Simone Roos – tegenwoordig lid van de korpsleiding van de politie – groter dan eerder aangenomen. Uit het strafdossier dat in handen is van media zoals Nieuwsuur en de Volkskrant komt een zorgwekkend patroon naar voren van onderlinge afstemming tussen deze topambtenaren en het systematisch wissen van informatie om onderzoek te bemoeilijken.
Het conflict ontstond nadat het presidium van de Tweede Kamer in 2022 een onderzoek instelde naar Arib naar aanleiding van beschuldigingen van machtsmisbruik en een zogenaamd “schrikbewind”. Dit besluit lekte echter eerder uit via NRC, voordat Arib daarvan op de hoogte was. Bergkamp deed daarop aangifte van het lek, waarna de rijksrecherche een onderzoek startte. Inmiddels is Arib door een extern onderzoek vrijwel vrijgepleit van de aantijgingen.
De oud-woordvoerder van Bergkamp, Sonja K., is aangewezen als hoofdverdachte vanwege het lekken van informatie naar NRC. Zij zou dit lek hebben besproken tijdens een overleg samen met Roos en Van R., die beide ook als verdachten in het dossier voorkomen. Telefoongegevens tonen aan dat Sonja K. kort na dit overleg naar de redactie van NRC reisde en dat Van R. al voor het lek contact had met de journalist.
Opmerkelijk is dat Bergkamps aangifte het name Sonja K. niet bevatte; volgens het dossier heeft Roos deze naam laten verwijderen, terwijl zij stelt Bergkamp hiervan te hebben geïnformeerd. Verder blijkt uit afgeluisterde telefoongesprekken en analyses van berichtenverkeer dat Roos en Van R. bewust digitale sporen hebben gewist, onder andere door gebruik van de versleutelde communicatiedienst Signal, om afluisteren tegen te gaan. Ook Bergkamp zelf heeft chatberichten met hen verwijderd, wat in strijd is met de Wet open overheid.
In persoonlijke gesprekken gaven Roos en Van R. aan zich slachtoffer te voelen van Arib en benadrukten zij gezamenlijk te hebben opgetrokken in het proces rondom het onderzoek. Roos beweert dat documenten bewust werden verwijderd door secretaresses van Bergkamp, terwijl Van R. verklaarde dat die instructies uitgingen van de toenmalig griffier, Roos zelf. Ook het wisselen van geheime adviezen tussen Bergkamp en haar woordvoerder, gevolgd door verwijdering van deze mails, roept bij de rijksrecherche vragen op.
Verder blijkt Van R. niet alleen een pleitbezorger voor het onderzoek te zijn geweest, maar ook een van de opstellers van een cruciale brief die de start markeerde van het onderzoek naar Arib.
Op donderdag volgt een uitspraak over de strafzaak tegen Sonja K., waarop het dagelijks bestuur van de Tweede Kamer bijeenkomt om te beslissen of ook de rol van Bergkamp, Roos en Van R. nader wordt onderzocht. De huidige Kamervoorzitter Martin Bosma (PVV) benadrukte dat het aanzien van de Tweede Kamer op het spel staat. Het dossier omvat bovendien telefoongegevens van negen Kamerleden die toegang hadden tot de gelekte informatie, wat kan leiden tot een breder onderzoek en vervolging, indien de regering of Tweede Kamer dit instemmen.
Deze ontwikkelingen onthullen een complexe kwestie binnen het Binnenhof over transparantie, machtsmisbruik en mogelijke manipulatietactieken, waarbij vertrouwelijkheid, integriteit en de werking van de parlementaire democratie onder druk staan.