Geldboetes voor demonstranten voor bekladden Israël Centrum Nijkerk

maandag, 24 november 2025 (23:29) - Fok!

In dit artikel:

Vier demonstranten zijn door de rechtbank schuldig bevonden aan het tijdelijk onbruikbaar maken van het Israël Centrum in Nijkerk nadat zij op verschillende momenten in 2024 en 2025 met verf teksten op het pand spuitten en posters met lijm bevestigden. Voor die feiten legde de rechtbank voorwaardelijke geldboetes op: één persoon kreeg een boete van in totaal 300 euro, twee personen 200 euro elk en één persoon 100 euro. Een vijfde verdachte werd vrijgesproken omdat hij alleen werd verdacht van openlijke geweldpleging en daarvoor onvoldoende bewijs werd aangetroffen.

Het Openbaar Ministerie had aanvankelijk openlijke geweldpleging (artikel 141 Sr) als hoofdverdenking, of anders vernieling/het tijdelijk onbruikbaar maken van het pand. De rechtbank stelde vast dat de gedragingen niet voldeden aan de drempel van geweld zoals bedoeld in artikel 141: er was geen kracht van zodanige intensiteit of een zodanige dreiging dat de openbare orde ernstig werd verstoord. Daarom viel die verdenking af voor de betrokkenen die alleen daarop waren aangeklaagd.

Voor de overige vier personen oordeelde de rechtbank wel dat sprake was van vernieling/tijdelijk onbruikbaar maken. De verdediging voerde aan dat de handelingen onder het demonstratierecht vielen en dat zij daarom niet vervolgd mochten worden. De rechtbank erkende de waarde van het demonstratierecht, verankerd in het EVRM, maar vond in deze zaak een wettelijke en noodzakelijke beperking toegestaan: het beschadigen van andermans eigendom was niet toelaatbaar. Hoewel de schade relatief beperkt bleef, noemde de rechtbank het gedrag laakbaar en wees erop dat er andere, niet-schadelijke manieren bestonden om meningen te uiten.

De straffen zijn bewust licht en voorwaardelijk, om geen ontmoedigend effect op het recht tot demonstreren te veroorzaken. De rechtbank benadrukte dat de opgelegde sancties niet bedoeld zijn om de inhoudelijke boodschap van de demonstranten te treffen, maar het eigendomsrecht te beschermen. Een door het Israël Centrum gevorderde schadevergoeding werd grotendeels afgewezen: veel schade was al vergoed en voor het overige was het causaal verband onvoldoende aangetoond.