Geen ministerie van Defensie, maar een ministerie van Oorlog. Waarom wil Trump dat?
In dit artikel:
President Trump heeft besloten het Amerikaanse Department of Defense opnieuw Department of War te gaan noemen. Hij motiveert de stap als eerbetoon aan grote militaire overwinningen uit het verleden en als uiting van een stevigere, meer assertieve krijgsmacht. Of die naamswijziging kan doorgaan, hangt echter af van het Amerikaanse Congres: de naam van het ministerie is bij wet vastgesteld en het parlement moet daar doorgaans mee instemmen — iets waar Trump wisselende uitspraken over heeft gedaan.
De aankondiging past in een breder patroon van Trumps politiek sinds zijn aantreden: hij wil de strijdkrachten zichtbaar versterken en terugdraaien wat hij ziet als 'woke'-aanpassingen onder zijn voorganger. Voorbeelden zijn het terugdraaien van namen van zeven bases en het willen hernoemen van marineschepen die genoemd zijn naar progressieve of LHBTI+-figuren, zoals het bevoorradingsschip genoemd naar Harvey Milk. Vorig jaar organiseerde Trump op 14 juni, zijn verjaardag, een militaire parade bij het 250-jarig bestaan van het Amerikaanse leger — een symbolische daad die aansluit bij de naamswijziging.
Historische context verklaart waarom het ministerie in 1949 juist de naam Defense kreeg. Kort na de Tweede Wereldoorlog reorganiseerde president Truman de krijgsmacht (via de hervormingen van 1947) om de verschillende dienstvakken samen te brengen onder een civiele leiding en om de nadruk te verleggen van oorlogvoeren naar het bewaren van vrede en het terugdringen van bureaucratie en verspilling. De naam ‘Department of Defense’ weerspiegelde die visie en de nieuwe civiel-militaire structuur.
Praktische en politieke hindernissen zijn groot. Niet alleen moet mogelijk wetgeving worden aangepast, ook zijn de kosten aanzienlijk: het ministerie telt miljoenen personeelsadressen en honderdduizenden civiele medewerkers, plus talloze borden, emblemen, uniformen en materieel die gewijzigd zouden moeten worden. Schattingen lopen in de orde van meer dan een miljard dollar, al heeft het Pentagon een enorm budget (dit jaar bijna 900 miljard dollar) en Trump streeft naar een verhoging richting een biljoen.
De symboliek van de naamswijziging staat bovendien haaks op Trumps zelfgeclaimde imago als vredespresident. Hij heeft herhaaldelijk gesteld dat hij oorlogen beëindigd heeft en is meermalen voorgedragen voor de Nobelprijs voor de Vrede, terwijl zijn beleid ook leidde tot militaire acties tegen doelwitten in onder meer Iran, Jemen en Syrië. Internationaal en bij bondgenoten roept het voorstel vragen op over de gewenste rol van de VS: is het een signaal van afschrikking en macht of van terugkeer naar een expliciet oorlogszuchtigere retoriek?
Kortom: de naam van het ministerie veranderen is politiek geladen, juridisch niet vanzelfsprekend en financieel kostbaar. De echte uitkomst zal afhangen van politieke slagen in het Congres en van de bredere boodschap die de Amerikaanse regering met deze stap wil uitzenden — zowel naar binnenlands publiek als naar internationale tegenhangers.