Geen kat en hond, maar verschillende wegen naar hetzelfde doel
In dit artikel:
In Nederland ontstaan twee verschillende politieke benaderingen van dierenbelangen: de gevestigde Partij voor de Dieren (PvdD) en de nieuwere Vrede voor Dieren. De PvdD, opgericht in 2002 door onder anderen Marianne Thieme, kreeg in 2006 landelijke bekendheid als een van de eerste partijen die dierenrechten op de politieke agenda zette. Sinds ongeveer 2019 heeft de PvdD haar profiel verbreed en positioneert zich zowel voor mensen als voor ‘niet‑menselijke dieren’. Vrede voor Dieren keert terug naar een strikter uitgangspunt: stemloze dieren staan altijd en uitsluitend centraal, ongeacht politieke gebeurtenissen of menselijke prioriteiten.
Het verschil tussen beide partijen is vooral een kwestie van prioritering, niet per se van concrete stemgedrag in de Kamer: waar de PvdD mensenbelangen kan afwegen bij kwesties als oorlog of humanitaire crises, belooft Vrede voor Dieren dierenbelangen onvoorwaardelijk voorrang te geven — vergelijkbaar met hoe een dierenarts primair de zorg voor dieren kiest. Critici binnen de dierenbescherming voelen zich ongemakkelijk bij de aanwezigheid van twee diervriendelijke partijen; anderen zien juist een nuttige keuzevrijheid voor kiezers.
Peilingen en kiezersdata laten versplintering zien. In maart 2023 stonden nog ongeveer 850.000 mensen achter een strikt diergericht standpunt (vergelijkbaar met circa 12 zetels), maar sindsdien zakt de PvdD in de polls naar gemiddeld 3–5 zetels. Ipsos-onderzoek wijst uit dat veel oorspronkelijke PvdD-stemmers uit 2021 zijn afgehaakt: ongeveer een kwart stopte helemaal met stemmen en in totaal ging zo’n twee derde naar andere opties of verdween uit de PvdD‑achterban. Die ‘politieke daklozen’ — geschat op 7–9 zetels — kunnen volgens het stuk aansluiting vinden bij Vrede voor Dieren.
De auteur pleit voor vreedzame co-existentie: in plaats van elkaar weg te concurreren zouden beide partijen elkaar kunnen aanvullen en samen meer gewicht in de Kamer krijgen, vooral richting de verkiezingen op 29 oktober. Door het electorale aanbod te scheiden naar verschillende idealen kunnen dierenbeschermers een bewuste keuze maken en mogelijk gezamenlijk meer invloed uitoefenen bij toekomstige kabinetsformaties.