Geen gehoor vanuit Al-Fasher, waar massamoorden werden gepleegd
In dit artikel:
Mohamed Hassan ontvluchtte Al-Fasher in Darfur net voordat paramilitaire eenheden van de Rapid Support Forces (RSF) de stad innamen en er een golf van etnisch geweld losbarstte. Met zijn twee peuters in een kruiwagen trok hij de woestijn over; zijn bejaarde vader kon de tocht niet aan en bleef achter. Twee weken na de val van de stad zit Hassan in een buitenwijk van Khartoem, samen met vrouw en kinderen bij familie, en speurt hij dagelijks door schokkende videobeelden uit zijn thuisstad op zoek naar herkenbare gezichten. Contact met achtergeblevenen ontbreekt; Hassan belt vergeefs en vreest dat zijn vader is vermoord: "Ik denk dat ze hem zullen vermoorden."
De RSF nam Al-Fasher ongeveer twee weken geleden in. De exacte omvang van de slachtoffers is onbekend; in de stad woonden naar schatting een kwart miljoen mensen, en tot nu toe zijn alleen tienduizenden ontheemden geregistreerd. Getuigenissen spreken over massale executies, verkrachtingen, brandstichting en jagende patrouilles in terreinwagens. Voedselschaarste en beschietingen – soms honderden projectielen per dag en inzet van drones – maakten het leven al lange tijd ondraaglijk. Handel en smokkel van voedsel verminderden door de blokkades, waardoor vooral ouderen en zieken stierven of zonder medische zorg kwamen te zitten; dagelijks vonden massale begrafenissen plaats.
Het verhaal van de 29-jarige Mohamed Hamid illustreert de risico’s van het blootleggen van deze misdaden. Hij filmde en rapporteerde wat er gebeurde in El-Fasher en waarschuwde voor toenemende brutaliteit en de aanwezigheid van huurlingen; getuigen zeggen dat de RSF doelgericht naar hem zocht en hem heeft geëxecuteerd. Zijn familie hoorde dit van vluchtelingen die wél konden ontsnappen.
Kort samengevat: de overname van Al-Fasher door de RSF leidde tot grootschalig geweld, massale ontheemding en vrijwel volledig isolement van achtergebleven bewoners. Nauwkeurige cijfers ontbreken, maar de menselijke tol is scherp voelbaar in verhalen van vluchtelingen als Hassan en Hamid.