Gedwongen vertrek Artsen zonder Grenzen uit Libië zet gezondheidszorg verder onder druk
In dit artikel:
Artsen zonder Grenzen (AzG) kreeg eind maart te horen dat het zijn werk in Libië moest stilleggen; na korte hoop op hervatting volgde in oktober een nieuwe, onverklaarde brief van het ministerie van Buitenlandse Zaken in Tripoli waarmee de organisatie uiterlijk 9 november het land moest verlaten. Dat vertelt Steve Purbrick, directeur Libië bij AzG, vanuit Tunis. Purbrick werkt sinds 2011 met enige regelmaat in Libië.
AzG ondersteunde het Libische publieke gezondheidssysteem door consulten te geven aan zowel Libische burgers als vluchtelingen en migranten, en speelde een belangrijke rol in tuberculosebestrijding. In het voorgaande jaar voerde de organisatie onder meer 15.018 medische consulten uit, gaf 3.024 keer geestelijke gezondheidszorg, en had 2.035 tuberculoseconsulten; daarnaast hielp zij bij de evacuatie van tientallen kwetsbare patiënten naar Italië. Acties vonden vooral plaats in het westen (Zuwara), maar ook in Tripoli en Misrata; er werd bovendien gemonitord in het oosten om snel te kunnen reageren op uitbraken zoals cholera.
Eind maart werden AzG en negen andere ngo’s in West-Libië gedwongen te stoppen. Medewerkers werden geïntimideerd en ondervraagd; ongeveer 105 Libische medewerkers raakten hun baan kwijt en vijftien internationale medewerkers moesten vertrekken. Het kantoor in Tripoli werd verzegeld. Als officiële motivatie noemde de overheid dat ngo’s zouden proberen ongedocumenteerden in Libië te vestigen; deze beschuldigingen werden volgens AzG niet onderbouwd. Hoewel de procureur-generaal in juli liet weten geen rechtszaken te beginnen en geen reden te zien voor blijvende sluiting, ontving AzG later toch een vertrekbevel zonder nadere uitleg of transparantie.
De sluiting heeft directe gevolgen voor vluchtelingen en migranten die eerder door AzG werden geholpen: zij keren nu terug naar overbelaste Libische ziekenhuizen die de extra vraag vaak niet kunnen verwerken. Purbrick meldt verhalen over verwaarlozing, sterfgevallen en ontoereikende zorg. Ook de tuberculosebestrijding lijdt: minder opsporing en behandeling zal leiden tot meer infecties; sinds de opschorting meldt AzG achttien sterfgevallen door tuberculose en veertig ziekenhuisopnames—een opvallende stijging. Verder vermindert het vertrek de capaciteit om op uitbraken en noodsituaties te reageren.
De situatie speelt tegen de achtergrond van een fragiel gezondheidssysteem, grote en onduidelijk gedocumenteerde vluchtelingenstromen (onder meer tienduizenden Soedanese ontheemden), en politieke verdeeldheid in Libië. AzG benadrukt het gebrek aan transparantie van de Libische autoriteiten over de redenen van het vertrek en waarschuwt voor verslechtering van de gezondheidstoestand van kwetsbare groepen in het land.