Gaswinning op de Noordzee is als een druppende kraan
In dit artikel:
Ongeveer 750 actievoerders demonstreerden begin deze maand bij Ternaard (Friesland) tegen gaswinning onder de Noord- en Waddenzee. Tegelijk protesteerden Duitse demonstranten op het Waddeneiland Borkum tegen geplande boringen door het bedrijf ONE‑Dyas: het boorplatform staat in het Nederlandse deel van de Noordzee maar wint ook gas onder de Duitse Waddenzee. Klimaatactivisten aan beide zijden van de grens waarschuwen dat extra boringen het kwetsbare UNESCO‑werelderfgoed in gevaar brengen — door extra CO2‑uitstoot (met effect op de zeespiegel), bodemdaling en mogelijk vervuiling van het waddengebied.
UNESCO luidde recent voor het derde achtereenvolgende jaar de noodklok: de werelderfgoedstatus van de Waddenzee loopt risico door gaswinning, infrastructurele projecten en onvoldoende juridische bescherming. In die context stuurde demissionair minister Sophie Hermans (VVD) op 4 september een brief naar de Tweede Kamer waarin zij stelt dat nieuw wetenschappelijk onderzoek meer ruimte voor gaswinning mogelijk maakt. Zij baseert die opvatting op het “hand‑aan‑de‑kraan”-principe: de winning zou bij een vastgesteld grensniveau worden stilgelegd, en nieuwe berekeningen zouden aantonen dat bepaalde delen van het wad sneller aanwas vertonen dan gedacht, waardoor ze beter bestand zouden zijn tegen zeespiegelstijging.
Critici wijzen er echter op dat het veiligheidsmechanisme in de praktijk faalde. Op 10 augustus beval Staatstoezicht op de Mijnen de onmiddellijke stillegging van gaswinning onder Oost‑Ameland omdat de bodem in 2023 met 42 cm was gezakt — boven de wettelijke limiet van 40 cm. De winning ging aanvankelijk door en werd pas later stopgezet; de Nederlandse Aardolie Maatschappij (NAM) heeft tegen die sluiting geprotesteerd. Bovendien leidt bodemdaling tot naijleffecten die nog jarenlang doorwerken, waardoor het moment van afsluiten te laat kan zijn geweest.
Een definitieve beslissing over nieuwe winning bij Ternaard had volgens een uitspraak van de Raad van State op 1 januari 2025 genomen moeten zijn, maar Hermans heeft dat besluit herhaaldelijk uitgesteld. De keuze of men blijft vertrouwen op de hand‑aan‑de‑kraan‑aanpak of daadwerkelijk striktere bescherming van de Waddenzee invoert, valt waarschijnlijk aan een volgende minister toe.