Gasprijs stijgt door Oekraïne - maar Nederland laat Gronings gas onaangeroerd

In dit artikel:

Russische aanvallen op gasinfrastructuur in Oekraïne drijven de Europese gasprijs op, omdat Oekraïne daardoor meer gas uit Europa moet importeren. Dat verhoogde importvraag vertaalt zich volgens het artikel direct in hogere kosten voor Europese en Nederlandse huishoudens. Opiniegever Rutger van den Noort stelt scherp: waarom wordt dan niet gekeken naar eigen voorraden, zoals het Groningse gasveld? Zijn vraag — “Hoezo drijft dit de prijs op? We hebben toch zelf gas in Groningen?” — vormt de kern van de kritiek.

De schrijver erkent dat Groningers recht hebben op veiligheid, schadevergoeding en goede behandeling, maar vindt het onlogisch om de gaskraan voorgoed dicht te draaien terwijl de economie onder druk staat. De huidige energiecrisis wordt in het stuk niet gezien als een natuurverschijnsel maar als gevolg van politieke keuzes en ideologie; politici in Den Haag zouden gebrek aan moed tonen door die keuzes niet openlijk te heroverwegen. Volgens de auteur kiest het politieke establishment voor Europese solidariteit en steun aan Oekraïne, terwijl een partij of beweging met de initialen DDS in plaats daarvan voor nationale belangen zou kiezen.

De conclusie is een oproep tot hernieuwd debat: in plaats van automatische steun aan Europese en groene doelstellingen zou Nederland moeten onderzoeken of (beperkte) inzet van eigen gasreserves de pijn voor consumenten en de economie kan verminderen. De schrijver eindigt met een retorische vraag over het openen van de gaskraan en een kritiek op het ontbreken van politieke daadkracht.