FVD wint fors, PVV even groot als D66 - en tóch praten ze met 50PLUS
In dit artikel:
Na de verkiezingen van 29 oktober, waarin Forum voor Democratie van 3 naar 7 zetels steeg en de PVV met 26 zetels uitkwam op hetzelfde aantal als D66, lopen in Den Haag gesprekken over een centrumrechts kabinet zonder PVV of FVD. In die verkenning speelt 50PLUS, dat dankzij Jan Struijs met twee zetels terugkeerde in de Kamer, een onverwachte rol: verkenner Wouter Koolmees noemde die partij het ontbrekende puzzelstuk in een coalitie met D66, VVD, CDA en JA21.
De kern van de kritiek in het artikel is dat het politieke establishment opnieuw de echte rechtse winnaars van de verkiezing — vooral PVV en FVD — buitenspel zet en in plaats daarvan een klein splinterpartijetje inzet om de uitkomst te repareren. De auteur betoogt dat 50PLUS geen mandaat heeft om de door veel kiezers gevraagde koerswijzigingen door te voeren (minder migratie, minder invloed van Brussel, meer orde en vrijheid van meningsuiting) en dat Struijs zich politiek vooral als middenmoter presenteert, niet als principiële opposant.
Volgens de tekst gebruiken D66, VVD en CDA het etiket “rechts” om een voortzetting van het bestaande bestuur te verpakken als stabiliteit, terwijl die partijen naar verwachting geen scherpe migratiebeperkingen of stevige anti-EU-standpunten zullen accepteren. JA21 wordt afgeschilderd als opportunistisch en zonder solide ideologische basis. Daardoor zou een kabinet zonder PVV of FVD inhoudsloos blijken: veel retoriek maar weinig daadwerkelijke verandering — een façade van evenwicht met 50PLUS als schijnbare versterking.
Het stuk karakteriseert de formatie als een politiek manoeuvre om te voorkomen dat PVV en FVD daadwerkelijk invloed krijgen, voortkomend uit angst voor verandering. De schrijver concludeert dat zolang de grote partijen elkaar vasthouden en kleine partijen als 50PLUS als buffer gebruiken, de kiezerswens voor stevige koerswijzigingen niet wordt gehonoreerd en het oude bestuurlijke patroon in stand blijft.
Kortom: de auteur ziet in de formatiepogingen na 29 oktober vooral een bevestiging van het gevestigde politieke systeem dat liever veiligheid en continuïteit behoudt dan de duidelijke, volgens hen door veel kiezers uitgesproken, vraag naar ingrijpender verandering.