Frank Radstake (ANVR) pleit voor Europese campagne pakketreizen
In dit artikel:
De Raad van de EU en het Europees Parlement bereikten een voorlopig akkoord over de herziening van de richtlijn pakketreizen. ANVR-directeur Frank Radstake oordeelt dat de consument er “ja en nee” op vooruitgaat: sommige verbeteringen zijn opgenomen, maar de grootste winst schuilt volgens hem in wat juist níét in het compromis terechtkwam.
Kern van het akkoord is het onderscheid tussen klassieke pakketreizen en zogenoemde gekoppelde reisarrangementen (Linked Travel Arrangements, LTA). Brussel bevestigt opnieuw dat kant-en-klare pakketreizen de meeste consumentenbescherming bieden. Nieuw is dat aanbieders expliciet moeten melden wanneer een boeking géén pakketreis is, wat volgens Radstake consumenten nadrukkelijker wijst op de extra rechten die pakketreizen geven — vooral relevant bij doorlinks van bijvoorbeeld luchtvaartmaatschappijen naar hotelsites.
Radstake pleit daarnaast voor een EU-brede publiekscampagne die reizigers uitlegt wat een pakketreis precies inhoudt en waarom die meer zekerheid biedt. Hij ziet dat als een logische aanvulling op de nadruk die Brussel legt op verplichtingen voor aanbieders.
Twee politieke voorstellen die in eerdere fases op tafel lagen, zijn van het eindakkoord verdwenen — en dat juicht Radstake toe. Het eerste betrof een Europese limiet op aanbetalingen (voorstel: maximaal 25%). Hij waarschuwt dat zo’n beperking de financiële positie van reisorganisatoren kan ondermijnen, omdat zij vooraf vaak vliegtickets en hotelkamers moeten betalen; minder mogelijkheid om aan te vragen betekent mogelijk minder aanbodsbereidheid voor pakketreizen en daarmee minder consumentenbescherming. Het tweede punt dat is afgezwakt betreft regels die het moeilijker zouden maken om in sommige gevallen 100% annuleringskosten door te berekenen. Radstake legt uit dat bij non-refundable boekingen het doorberekenen van volledige kosten aan de klant in de keten vaak de realiteit is, en dat strenge beperkingen daarop uiteindelijk nadelig kunnen uitpakken.
Een duidelijk antwoord uit de nieuwe richtlijn gaat over vouchers: organisatoren mogen reizigers vrijwillig een voucher aanbieden in plaats van terugbetaling, maar de reiziger mag dit weigeren. Vouchers moeten minstens de waarde van het te restituteren bedrag hebben, maximaal 12 maanden geldig zijn en éénmaal overdraagbaar. Radstake noemt dit een nuttig, helder kader dat vergelijkbaar is met de werkwijze die SGR en ANVR tijdens corona toepasten.
Het akkoord is voorlopig; formele goedkeuring door het Europees Parlement en de lidstaten volgt nog. Als de regels in werking treden (mogelijk begin 2026) krijgen lidstaten 28 maanden om de richtlijn om te zetten in nationale wetgeving — ergens tegen oktober 2028.