FNV wil met schone lei verder: zowel Elzinga als Boufangacha kan geen voorzitter worden
In dit artikel:
Tuur Elzinga en Zakaria Boufangacha, beiden recent in beeld als mogelijke voorzitter van vakbond FNV, zijn uitgesloten van deelname aan een nieuw bestuur en kunnen daardoor niet langer kandidaat zijn voor het voorzitterschap. De maatregel is genomen door de tijdelijk aangestelde toezichthouders Lodewijk Asscher en Ton Heerts, die door de Ondernemingskamer zijn benoemd om de bestuurlijke crisis bij de grootste Nederlandse vakbond te beëindigen.
De bestuurlijke onrust speelde al langere tijd: in maart trad het toenmalige bestuur onder leiding van Elzinga af, kort daarna werd een interim-bestuur door het ledenparlement weggezonden. Interne ruzies en een melding van mogelijk machtsmisbruik — gericht tegen Boufangacha — verstoorden de verhoudingen en maakten dat het topbestuur volgens de toezichthouders haar legitimiteit en effectiviteit dreigde te verliezen.
Boufangacha, die na ruim acht jaar bij de FNV zijn vertrek aankondigde, bestempelde de beschuldiging eerder als een lastercampagne. Een extern onderzoeksbureau concludeerde later dat er geen sprake was van laster, maar bekritiseerde wel dat de raad van toezicht de zaak intern liet onderzoeken in plaats van onafhankelijk te laten toetsen; de raad bood hem daarop excuses aan. Boufangacha noemde die excuses een belangrijke stap om de kwestie af te sluiten.
Elzinga reageerde teleurgesteld dat hij niet voorzitter kan worden en pleitte ervoor dat de leden het uiteindelijke woord zouden moeten hebben, maar hij gaat akkoord met het besluit en spreekt van de start van een nieuw hoofdstuk voor zichzelf en de bond. De tijdelijke toezichthouders werken nu aan voorstellen voor een nieuw bestuur en de benoeming van een voorzitter; zij hebben aangekondigd zelf actief kandidaten te werven.
Kortom: om met een ‘schone lei’ verder te gaan heeft de FNV externe toezichthouders ingeschakeld die huidige bestuurders en presidentskandidaten tijdelijk uitsluiten, in de hoop interne strijd en verlies van geloofwaardigheid te beëindigen en een herstart van het bondsbestuur mogelijk te maken.