Flyway-telling: 'Trekvogels beschermen doen we samen'
In dit artikel:
Miljoenen watervogels volgen elk voorjaar de Oost-Atlantische vogeltrekroute, een migratieroute van zuidelijk Afrika naar het Arctisch gebied. Dit maakt het een ideaal moment voor een grootschalige vogeltelling, die eens per drie jaar plaatsvindt om de stand en ontwikkeling van vogelpopulaties in kaart te brengen. De laatste telling in januari 2023, waaraan meer dan 13.000 mensen in 36 landen deelnamen, toont aan dat ongeveer 35% van de 88 gemonitorde vogelsoorten is afgenomen. Vooral steltlopers zoals de krombekstrandloper en kleine strandloper kampen met scherpe achteruitgang, met aantallen die soms al meer dan halveerden ten opzichte van eerdere jaren.
Opvallend is ook de daling van soorten die broeden in Zuidelijk Afrika, ondanks de beschermingsinspanningen daar, mogelijk beïnvloed door recente droogteperiodes. Voor Nederland is vooral de Waddenzee van belang, waar veel broedvogels zoals de kluut, bonte strandloper en zilverplevier een negatieve trend vertonen. Deze regionaal gerichte analyses, aanvullend op de flyway-brede gegevens, helpen Vogelbescherming Nederland om gerichte beschermingsmaatregelen te ontwikkelen.
De belangrijkste bedreigingen voor deze vogelpopulaties zijn visserij, gevolgd door verstedelijking en infrastructuurontwikkelingen zoals havenuitbreidingen in landen als Mauritanië en Senegal, en toerisme. De tellingen langs de Oost-Atlantische route worden gecoördineerd door samenwerkingsverbanden zoals het Wadden Sea Flyway Initiative, Wetlands International en BirdLife International, en bieden cruciale inzichten die zonder samenwerking tussen tientallen organisaties niet mogelijk zouden zijn. De resultaten benadrukken het belang van internationale samenwerking voor het behoud van trekvogels die afhankelijk zijn van een aaneenschakeling van geschikte leefgebieden langs hun gehele migratieroute.