Filosoof Alasdair MacIntyre (1929-2025) inspireerde het CDA en maakte ruzie met de paus

maandag, 11 augustus 2025 (18:15) - De Groene Amsterdammer

In dit artikel:

De Schotse filosoof Alasdair MacIntyre (1929–2025) overleed op 21 mei 2025 op 96‑jarige leeftijd. Zijn loopbaan tekent een zeldzame intellectuele ommekeer: begonnen als seculier marxist en medestichter van de Britse New Left, ontwikkelde hij zich via een herontdekking van Aristoteles uiteindelijk tot bekeerling van het katholicisme en verdediger van een deugdenethiek ingebed in gemeenschappelijke praktijken. Academisch vond hij uiteindelijk een thuis aan de University of Notre Dame (vanaf 1985), maar zijn invloed reikte veel verder dan één universiteit.

MacIntyre brak aanvankelijk met klassieke marxistische dogma’s door te benadrukken dat de morele kern van het marxisme te vergelijken viel met een geseculariseerd christelijk ideaal van sociale gerechtigheid. In After Virtue (1981) formuleerde hij zijn meest invloedrijke diagnose: de moderne moraal is gedesintegreerd tot persoonlijke voorkeuren en abstracte principes die losstaan van tradities en gemeenschappen. Hij illustreerde dit beeld met een literaire metafoor van een post‑nucleaire wereld waarin kennis slechts als fragmenten in kloosters overleeft—een aanklacht tegen de morele armoede van het hedendaagse individualisme.

Het herstel van moraal zag MacIntyre niet in abstracte regels, maar in het hervinden van praktijken en gemeenschappen waarin deugden gevormd worden—vergelijkbaar met hoe een muzikant zijn vak leert door daadwerkelijk muziek te maken. Deze nadruk op praktijken en historische tradities maakte hem aantrekkelijk voor communitaristische stromingen; in Nederland werd zijn werk in de jaren tachtig vooral gelezen als intellectuele steun voor een hernieuwde gemeenschapszin, onder meer door politieke christen‑democraten. MacIntyre zelf waarschuwde echter voor relativisme: niet elke gemeenschap of praktijk verdient morele waardering.

Een beslissende wending kwam met zijn bekering tot het katholicisme in de midden jaren tachtig, vooral beïnvloed door Thomas van Aquino, die geloof en rede niet als tegengestelden zag. Die thematiek zette MacIntyre in gesprek met denkers als Joseph Ratzinger (paus Benedictus XVI) en bracht hem in gesprek met bredere debatten over de rol van religie in een geseculariseerde moraal — een vraagstuk waar ook Jürgen Habermas mee worstelde.

In de VS heeft MacIntyres gedachtegoed, soms buiten zijn intentie om, bijgedragen aan wat nu wordt aangeduid als een postliberale beweging. Figuren als JD Vance, Patrick Deneen en anderen haalden bij hem aanknopingspunten voor politiek herstel van traditionele waarden, met verschillende, soms radicaal uiteenlopende uitwerkingen waarvoor MacIntyre zelf weinig enthousiasme had. Zijn oeuvre blijft relevant voor iedereen die zoekt naar een fundament voor moraal dat zowel historisch geworteld als kritisch is ten opzichte van modern individualisme.