Fikse boete dreigt voor gemeenten die te weinig sociale woningen bouwen

In dit artikel:

De Vlaamse regering legt gemeenten financiële sancties op als ze hun opgelegde taak voor sociale huisvesting niet halen. Vlaams minister van Wonen Melissa Depraetere (Vooruit) wil tegen 2042 in totaal 56.000 bijkomende sociale woningen realiseren; dat totaal omvat ook de 15.000 woningen die niet zijn gebouwd onder het aflopende Bindend Sociaal Objectief (BSO) 2009‑2025. Het vorige BSO vroeg 50.000 nieuwe sociale woningen, maar daar werden er slechts circa 35.000 van gerealiseerd. Intussen staan bijna 200.000 gezinnen op de wachtlijst.

Zes gemeenten — Aalter, Alveringem, Brakel, Evergem, Holsbeek en Jabbeke — presteerden ondermaats en kunnen voortaan een financiële bijdrage aan de huurpremie krijgen opgelegd als ze weigeren hun deel te doen. Het nieuwe BSO verdeelt de 56.000 als volgt: 45.000 verplichte woningen die over de gemeenten worden verdeeld en 11.000 extra voor gemeenten die meer willen inzetten.

Om het bouwtempo te verhogen neemt de Vlaamse regering extra maatregelen: een ongeziene begroting voor deze legislatuur, lagere rentevoeten op overheidsleningen voor woonmaatschappijen (van -1% naar -2%) en gerichte financiële steun om bouwen en renoveren aantrekkelijker te maken. Woonmaatschappijen krijgen de opdracht vooral betaalbare woningen bij te bouwen en leegstaande of verouderde woningen te renoveren.

Als gevolg van stijgende bouwkosten moeten nieuwe sociale huurders 30 tot 50 euro meer betalen wanneer ze verhuizen naar een nieuwe of gerenoveerde woning; bestaande huurders houden hun huidige tarief. Verder wordt het vereiste taalkennisniveau verhoogd en moeten kandidaten zich inschrijven bij de VDAB om hun inzetbaarheid te vergroten.