Ferry van Meurs is een van de laatste zelfslachtende slagers; „Het was nooit bijzonder, maar dat zijn we wel geworden"

In dit artikel:

In Nederland zijn er nog slechts ongeveer 75 zelfslachtende slagers over, waaronder Slagerij Van Meurs in Reeuwijk, die meer dan een eeuw bestaat. Eigenaar Ferry van Meurs, 48 jaar oud, slacht op een gemiddelde maandag zes koeien en een aantal varkens, waarbij hij de nadruk legt op het welzijn van de dieren. Voor het slachten ervaren de dieren weinig stress, wat cruciaal is voor de kwaliteit van het vlees.

Door de strenge regels en administratieve lasten is het aantal zelfslachtende slagers de afgelopen vijf jaar met 20 procent gedaald. Veel slagers, inclusief Van Meurs, merken dat de lokale belangstelling voor hun ambacht toeneemt te midden van een groeiende voedselparadox: consumenten zoeken lokaal vlees, maar de aanbieders verdwijnen. Van Meurs beoordeelt de kwaliteit van zijn vlees door zelf de dieren van lokale boeren te selecteren, wat hem de mogelijkheid biedt om de oorsprong van elk stuk vlees te garanderen.

De slager kampt ook met druk van de gemeente, die sinds jaren wil dat hij verhuist, terwijl nieuwe bewoners van het dorp zich storen aan het geluid en de geur van de slachterij. Van Meurs staat open voor samenwerking met de gemeente, maar ziet geen alternatief voor zijn huidige locatie. Hij verwacht dat zijn zoon, die al deel uitmaakt van de onderneming, in de toekomst de zaak zal overnemen.

Daarnaast pleit Van Meurs voor meer waardering van de overheid voor zijn vak, dat steeds moeilijker wordt gehouden door regelgeving en de sociale druk vanuit de gemeenschap. Ondanks de uitdagingen blijft zijn slagerij uniek in de regio door het bieden van huisslachtingen en een directe connectie met de lokale voedselproductie.