Felle discussie in Duitsland om migranten in het straatbeeld
In dit artikel:
Bondskanselier Friedrich Merz heeft in Duitsland een felle publieke discussie losgemaakt met opmerkingen over migranten in het straatbeeld. Twee weken geleden stelde hij dat eerdere regeringen migratie slecht hadden aangepakt en dat zijn kabinet die fouten corrigeert. Hij verwees daarbij naar wat hij noemde “een probleem in het straatbeeld”, en voegde kort daarna toe: “Vraag dat maar aan uw dochters.” Die woorden leidden tot grote verontwaardiging en protesten.
Enkele duizenden mensen verzamelden zich bij het CDU-hoofdkantoor met borden en leuzen als "wij zijn de dochters"; een bijbehorende petitie is al meer dan 200.000 keer ondertekend. Critici beschuldigen Merz ervan met vage, maar suggestieve taal kiezers naar rechts — richting de AfD — te willen trekken en daarmee racistische of xenofobe sentimenten te voeden. Binnen zijn eigen partij is er echter ook steun: fractievoorzitter Jens Spahn zei dat veel mensen in de steden herkennen wat Merz bedoelde, en de AfD omarmde de uitspraak als bevestiging van hun politieke narratief.
Merz heeft later verduidelijkt dat hij vooral doelde op mensen zonder verblijfsvergunning of werk die zich niet aan regels houden, en hij benadrukte tegelijk dat Duitsland migranten nodig heeft voor de arbeidsmarkt. Socioloog Nina Perkowski van de Universiteit van Hamburg legt uit dat Merz bewust vaag formuleerde: zo ontstaat ruimte voor uiteenlopende interpretaties, van gematigde beleidskritiek tot rechts-radicale sentimenten. Volgens haar suggereert het begrip ‘straatbeeld’ bovendien een onjuiste, direct herkenbare scheidslijn tussen wie wel en niet bij Duitsland hoort.
Onderzoek en peilingen geven een genuanceerder beeld. Een recent onderzoek toont dat veel Duitsers Merz’ zorgen herkennen, vooral ouderen, maar tegelijk voelt twee derde van de bevolking zich veilig en minder dan één op de vijf heeft in de eigen omgeving concrete problemen met migranten. In gesprekken over stedelijke veiligheid noemden mensen migratie nauwelijks; zij wezen vooral op behoefte aan meer buurtsolidariteit, betaalbare woningen, bestaanszekerheid en betere hulp voor daklozen en verslaafden.
Perkowski waarschuwt dat Merz’ retoriek de AfD deels legitimeert en tegelijkertijd verwachtingen wekt die alleen door grootschalige uitzettingen niet waar te maken zijn — teleurstelling kan leiden tot verdere radicalisering. Observatoren zien de episode ook als aanwijzing dat het Duitse politieke debat naar rechts is opgeschoven, met historische antecedenten zoals uitspraken van AfD-figuren en eerdere reacties van bondskanselier Merkel over het onvermogen om migratie aan het uiterlijk te koppelen.