Feiten en cijfers over mensen met een beperking

maandag, 8 september 2025 (15:19) - Allesoversport.nl

In dit artikel:

Het beeld dat mensen met een beperking een kleine, duidelijke groep vormen, klopt niet. Afhankelijk van de gebruikte definitie lopen de cijfers sterk uiteen: het ministerie van VWS spreekt van circa 2 miljoen mensen, terwijl sommige CBS-onderzoeken uitkomen op ruim 60% van de bevolking. Dat verschil komt vooral door uiteenlopende definities en meetmethoden; beperkingen variëren sterk in aard, ernst, leeftijd en zorgbehoefte.

Type en prevalentie
- Lichamelijke beperkingen: onder Nederlanders van 12 jaar en ouder heeft ongeveer 12,9% een matige of ernstige beperking in zien, horen of bewegen. Vrouwen rapporteren dit vaker (15,6%) dan mannen (9,8%). De kans op beperkingen stijgt met de leeftijd: bij 75-plussers heeft bijna 34% één of meer beperkingen en ouderen hebben vaak meerdere beperkingen tegelijk. Chronische aandoeningen komen veel voor: circa 10,6 miljoen mensen (ongeveer 60% van de bevolking) hebben er één.
- Verstandelijke beperkingen: schattingen zijn lastig, maar het Sociaal en Cultureel Planbureau rekende in 2018 op ongeveer 440.000 mensen met een verstandelijke beperking; daarvan zo’n 70.000 met een ernstige beperking (IQ <50). Daarnaast zijn er naar schatting 2,3 miljoen mensen met een IQ tussen 70 en 85 (zwakbegaafd), van wie meer dan de helft zorg via voorzieningen voor verstandelijke beperkingen ontvangt.
- Ernstig meervoudige beperking (EMB): een kleine, maar kwetsbare groep (ongeveer 10.000 mensen), waarvan het merendeel (circa 9.000) woont in intensieve woonvoorzieningen.
- Psychische aandoeningen: in 2024 had ongeveer 26% van de volwassenen (18–75 jaar) een psychische stoornis — bijna 3,3 miljoen mensen — waarbij circa 215.000 een ernstige psychische aandoening hebben.
- Niet-aangeboren hersenletsel (NAH): in 2023 stonden circa 861.700 mensen bij de huisarts geregistreerd met aandoeningen die tot NAH kunnen leiden; jaarlijks krijgen ongeveer 130.000 mensen hersenletsel, waarvan circa 40.000 blijvende, ernstige beperkingen overhouden.

Kinderen en onderwijs
- Tussen de 109.000 en 129.000 kinderen (3,5% van 0–17-jarigen) hebben een beperking; ruim 90% van hen heeft één enkele beperking. Jongens zijn oververtegenwoordigd: 62% van de kinderen met een beperking is een jongen. Psychische stoornissen onder kinderen worden geschat tussen 8% en 24%, afhankelijk van de meetmethode.
- Speciaal onderwijs en SBO: in 2024 zaten bijna 75.000 leerlingen in het speciaal onderwijs, dat is ingedeeld in vier clusters voor verschillende ondersteuningsbehoeften. Het speciaal basisonderwijs (SBO) telde in 2024 33.212 leerlingen, waarvan 22.220 jongens en 10.990 meisjes.

Waarom dit van belang is
De cijfers laten zien dat beperkingen in Nederland veel breder en talrijker voorkomen dan vaak gedacht. Verschillende groepen hebben uiteenlopende ondersteuning nodig — van medische zorg en gespecialiseerde woonvoorzieningen tot passend onderwijs en geestelijke gezondheidszorg — wat gevolgen heeft voor beleid, toegankelijkheid en de organisatie van hulpverlening. Duidelijke definities en continue monitoring blijven belangrijk om passende zorg en inclusiebeleid te waarborgen.