Feeksnieuws! NRC schaamt zich (terecht) voor eigen Wijers-sloop

zondag, 16 november 2025 (21:01) - Nijmans Nieuwsbriefje

In dit artikel:

D66’er Hans Wijers trad begin november aan als informateur maar raakte binnen dagen verstrikt in een mediacrisis rond uitspraken die hij op de avond van de verkiezingen zou hebben gedaan tijdens een borrel georganiseerd door media‑ondernemer Willem Sijthoff. Op 13 november meldden De Telegraaf en NRC dat Wijers op dat podium VVD‑voorvrouw Dilan Yesilgöz een “leugenaar” had genoemd. Wijers kon zich dat niet herinneren, bood later excuses aan en weigerde aanvankelijk af te treden. Een dag later stelde Eric Smit op LinkedIn echter dat hijzelf de gewraakte woorden had geuit. Toen NRC vervolgens een privépersoonlijk appbericht van Wijers publiceerde waarin hij Yesilgöz een “feeks” noemde, trad Wijers alsnog terug als informateur.

De affaire escaleerde vooral vanwege de manier waarop nieuwsmedia daarmee omgingen en de scherpe reacties in progressieve kring. In plaats van brede verontwaardiging over seksistisch taalgebruik, richtte de woede zich bij veel linkse lezers en opiniemakers op NRC. Critici – onder wie columnist Sheila Sitalsing – beschuldigden de krant van het faciliteren van een karaktermoord en suggereerden dat het lek politiek was ingegeven. Sommigen prijzen Wijers als democraat en veroordelen het lek van privéberichten, waarmee zij volgens het artikel een dubbele maat hanteren: verontwaardiging over eerdere vergelijkbare aanvallen op progressieven maar nu relativering van het gedrag van een D66‑politicus.

Centraal in de controverse staan onduidelijkheden rond bewijsvoering. NRC‑journalist Hugo Logtenberg zei rond veertien aanwezigen te hebben gesproken en melding te maken van videomateriaal. Critici – onder wie Smit zelf en media‑commentatoren in het radioprogramma Mediaforum – vragen zich echter af waarom de krant niet expliciet uit die video citeert of die beelden vrijgeeft als daar daadwerkelijk een ‘leugenaar’-uitspraak op staat. Op televisie toonde presentator Sven Kockelmann een filmpje met Wijers waarin hij pleitte voor een middenkabinet zonder JA21, maar dat fragment toonde, volgens tegenstanders, niet de beschuldigde term. Later wijzigde NRC‑hoofdredactrice Patricia Veldhuis in een toelichting de formulering over de bronnen: waar eerst sprake zou zijn van “meerdere” bevestigingen, suggereerde haar verklaring dat alle veertien bronnen de uitspraak hadden gehoord — een inconsistentie die de kritiek op de redactie verder aanwakkerde.

Er circuleren aanwijzingen dat meerdere media identiek of vergelijkbaar materiaal ontvingen, wat de indruk wekt van een doelgerichte poging om het incident naar buiten te brengen — mogelijk met politieke motieven, meent men. Jurist Christiaan Alberdink Thijm waarschuwde zelfs dat de krant de verdenking kan oproepen medeplichtig te zijn aan een politieke afrekening. Politiek leidde het incident ertoe dat D66 en andere betrokkenen terughoudender reageerden dan verwacht; Rob Jetten en Sybrand van Haersma Buma spraken over ongemak eerder dan harde veroordeling.

Kort samengevat: de zaak‑Wijers toont zowel de kwetsbaarheid van persoonlijke, privépublieke uitspraken in de digitale mediacirculatie als de spanningen binnen het linkse medialandschap. Naast de vraag of Wijers politiek houdbaar was, draait de controverse om journalistieke toetsing, brongebruik en mogelijke instrumentalisering van lekken — en om hoe ideologische reflexen bepalen wie er publiekelijk wordt verdedigd of veroordeeld.