Fahd (45) zat anderhalf jaar vast in Saoedi-Arabië zonder aanklacht: 'Ik dacht dat ik zou sterven'

zondag, 7 september 2025 (07:17) - Het Parool

In dit artikel:

Fahd Ramadhan (45) uit Zaanstad zat anderhalf jaar vast in Saoedi-Arabië zonder dat er formeel een aanklacht tegen hem werd ingediend. Op 1 juni 2025 keerde hij terug naar Amsterdam, waar hij twee restaurants heeft, en vertelt hij voor het eerst openlijk over zijn detentie. Ramadhan, van Jemenitische afkomst, vluchtte jaren geleden uit Saoedi-Arabië naar Nederland vanwege onveiligheid en kreeg hier asiel; in 2019 kon zijn vrouw met hun kinderen volgen.

In 2023 reisde hij terug naar Saoedi-Arabië om een geboorteakte op te halen die nodig zou zijn voor zijn naturalisatie. Kort na aankomst verschenen berichten op sociale media waarin zijn naam werd genoemd en waarin gesteld werd dat hij de koning zou hebben beledigd — in Saoedi-Arabië een delict dat als terrorisme wordt gezien. Een paar dagen later werd hij door de staatsveiligheidsdienst op het politiebureau opgepakt. Ramadhan beschrijft hoe hij eerst in een benauwende cel van circa 1 bij 1 meter werd vastgehouden, zonder deken en met voortdurend licht; later bracht men hem over naar een politieke gevangenis waar hij twintig dagen in isolement zat en meerdere keren werd verhoord.

Ondervragers legden hem berichten en screenshots voor waarvan zij beweerden dat hij ze had geplaatst en wilden hem een schuldbekentenis laten tekenen, iets wat Ramadhan ontkende omdat hij volgens eigen zeggen die berichten niet had geplaatst of had verwijderd. Na de isolatie belandde hij in een overvolle groepscel met veertien of vijftien mannen op een kleine ruimte, waar de wc binnen de cel was en gevangenen door bewakers slaappillen kregen. Medegedetineerden spraken volgens hem voortdurend over zelfmoord en Ramadhan zegt dat hij fysiek en mentaal gebroken raakte.

Het Nederlandse thuisfront kreeg pas na veertig dagen een teken van leven via een familielid in Saoedi-Arabië. De Nederlandse ambassade bezocht hem voor het eerst in februari 2024 en regelde wekelijkse telefoontjes; in die maand verleende de IND hem ook formeel de Nederlandse nationaliteit. Amnesty International en zijn zoon Abdullah pleitten eerder publiekelijk voor aandacht voor zijn lot.

In mei 2025 kreeg Ramadhan plots te horen dat hij vrijgelaten werd zonder officiële aanklacht. Terug in Nederland kampt hij met nachtmerries en angsten die samenhangen met zijn gevangenschap. Hij zegt de Nederlandse autoriteiten niet te willen beschuldigen — hij is hen dankbaar — maar begrijpt niet waarom zijn terugkeer zo moest verlopen. Zijn verhaal illustreert zowel de risico’s die vluchtelingen met een dubbele band met onveilige landen lopen als de psychische nasleep van willekeurige detentie.