Factsheet monitoren trainingsbelasting

woensdag, 10 september 2025 (10:45) - TopSport Topics

In dit artikel:

Topsporters en hun trainers gebruiken trainingsbelastingmonitoring om tijdens trainingen en wedstrijden systematisch de belasting te volgen, met als doel prestaties te verbeteren, herstel te sturen en blessures te verminderen. Onderzoek laat zien dat een geleidelijke opbouw van belasting samenhangt met een lager risico op letsel, waardoor monitoring een belangrijke rol speelt in planning en preventie.

Verschillende categorieën belasting
- Intern versus extern: interne belasting betreft de fysiologische reactie van het lichaam (bijv. hartslag, lactaat), externe belasting de uitgevoerde output (afstand, snelheid, gewicht).
- Mechanisch versus fysiologisch: mechanische krachten richten zich op wat botten, pezen en spieren ervaren; fysiologische meten de systeemreactie.
- Objectief versus subjectief: apparaten leveren objectieve cijfers; vragenlijsten en RPE geven de ervaren belasting weer.

Veelgebruikte meetmethoden en hun meerwaarde
- GPS, snelheidsmetingen en vermogensmeters zijn in duursporten en teamsporten gangbaar; bij krachttraining wordt externe belasting gemeten als gewicht x herhalingen. Deze cijfers zijn nauwkeurig en praktisch, maar zeggen weinig over individuele vermoeidheid of herstelstatus.
- Hartslagmetingen (in training, herstel of via hartslagvariabiliteit) bieden inzicht in de interne inspanning, maar zijn gevoelig voor factoren als stress, slaap, vochtstatus en temperatuur. Ze zijn minder geschikt voor zeer kortdurende, explosieve inspanningen.
- RPE-schalen (Borg, CR10) zijn goedkoop en reagerend op veranderingen in fitheid en mentale staat. Hun betrouwbaarheid hangt af van consistentie en eerlijkheid van de sporter: motivatie of selectiepressie kan antwoorden vertekenen. RPE is echter toepasbaar op alle inspanningstypen en verrijkt objectieve data met context.

Specifieke aandacht voor mechanische belasting
Mechanische belasting wordt vaak gemeten met versnellingsmeters op tibia of bekken om stappen, sprongen en schokken te kwantificeren. Zulke metingen zijn waardevol, omdat mechanische krachten sterk samenhangen met bepaalde blessures. Toch is er niet altijd een rechtstreekse koppeling tussen externe meetwaarden en daadwerkelijke weefselschade: eenzelfde aantal passen kan bij verschillende snelheden en krachten heel andere belasting betekenen.

Aanpak en aanbeveling
Geen enkele methode is op zichzelf volledig betrouwbaar; literatuur en praktijk adviseren een gecombineerde aanpak van objectieve en subjectieve metingen. Coaches en medische staf moeten de beperkingen kennen, tools afstemmen op de sportcontext en atleet, en vooral trends en patronen volgen in plaats van losse waarden. Educatie van sporters over correcte invulling van RPE en het integreren van meerdere datapunten vergroot de waarde van monitoring voor prestatie en blessurepreventie.