Faber wilde als asielminister 'politieke' opvangorganisatie COA opdoeken

zaterdag, 27 september 2025 (07:17) - Het Parool

In dit artikel:

PVV-minister Marjolein Faber schrijft in haar boek Mij krijgen ze niet klein dat ze het Centraal Orgaan opvang Asielzoekers (COA) wilde opheffen omdat de organisatie volgens haar tegenwerkte en haar beleid ondermijnde. Het COA valt formeel onder de minister van Asiel en Migratie maar neemt zelfstandig operationele beslissingen; Faber wilde daarom meer grip krijgen door de organisatiestructuur te wijzigen of het COA “uit te faseren” en zegt dat ze dit zeker was begonnen als ze langer minister was geweest. Het boek verscheen vrijdag.

Tijdens haar elf maanden als minister raakte Faber herhaaldelijk in conflict met het COA. Een opvallend voorbeeld was een geplande Efteling-uitstap voor alleenstaande minderjarige asielzoekers: na publieke druk van Faber draaide het COA het uitje uiteindelijk terug. Volgens haar kreeg ze bij het COA weinig gehoor en voelde ze zich hierdoor gedwarsboomd.

Faber oefent ook felle kritiek uit op ambtenaren, belangenorganisatie VluchtelingenWerk en op politieke coalitiepartners, met name NSC en VVD. Ze beschuldigt onder anderen toenmalig minister Judith Uitermark ervan in de ministerraad delen uit haar asielparagraaf te hebben laten schrappen of verzachten, terwijl zij dat stuk zelf had geschreven. Van voormalig minister David van Weel is ze kritisch omdat hij volgens haar met de eer ging strijken rond het weigeren van een pro-Palestijnse activist en op andere momenten juist stil bleef.

In het boek schetst Faber asielbeleid als een “miljardenindustrie” en verwijst ze naar vermeend excessieve kosten, zoals dure personeelsfeesten; ze beweert zonder hard bewijs dat een COA-feest een miljoen euro zou hebben gekost. Haar verslag bevat directe beschrijvingen van vertrouwelijke ministerraadbesprekingen, wat opvalt omdat die doorgaans niet openbaar worden gemaakt.

Kortom: Faber gebruikt haar memoires om onvrede te ventileren over zowel de uitvoeringsorganisatie COA als over medebestuurslagen en coalitiegenoten, en presenteert haar termijn als een reeks botsingen waarin zij zich tekortgedaan voelde. De beschuldigingen en beweringen in het boek roepen politieke vragen op over bestuurlijke verhoudingen, transparantie en onderbouwing van feiten.