Extremistische Israëlische ministers mogen Europa niet meer in, bepaalt Europese Commissie
In dit artikel:
Woensdag heeft de Europese Commissie een pakket tegen Israël aangekondigd: handelsvoordelen uit het associatieverdrag worden opgeschort, waardoor op onder meer groenten en fruit invoerrechten komen te liggen, en een groep personen krijgt EU-sancties opgelegd. Op de sanctielijst staan de ultranationalistische ministers Itamar Ben-Gvir en Bezalel Smotrich, enkele Israëlische kolonisten en een aantal Hamasleiders; hun tegoeden worden bevroren en ze krijgen een inreisverbod voor de EU. Daarnaast stopt de Commissie met bijdragen aan uitwisselingsprojecten ter waarde van circa 20 miljoen euro.
De maatregelen zijn bedoeld om druk uit te oefenen totdat Israël meer voedsel en humanitaire hulp naar Gaza toestaat en stappen zet die een tweestatenoplossing weer mogelijk maken. Formeel vereist het schorsen van het handelsdeel een gekwalificeerde meerderheid van EU-lidstaten (55% van de landen die samen ten minste 65% van de EU‑bevolking vertegenwoordigen); voor verdergaande sancties is unanimiteit nodig — en de lidstaten zijn tot nu toe verdeeld. Economisch raakt dit Israël hard: 32% van zijn export gaat naar de EU; bijna 6 miljard euro aan goederen valt nu onder invoerheffingen, wat neerkomt op ongeveer 227 miljoen euro per jaar. De Commissie stelt geen algeheel importverbod in voor producten uit de bezette nederzettingen; Nederland pleit wél voor zo’n verbod en heeft zelf eind juli een inreisverbod voor Ben‑Gvir en Smotrich ingesteld.