Extreemrechts: hoe groot is de dreiging in Nederland?
In dit artikel:
Experts waarschuwen dat een nieuwe, online-gedreven vorm van rechts-extremisme jongeren in besloten digitale groepen radikaliseert. De aanslag van de Australiër Brenton Tarrant in maart 2019 — twee moskeeën in Christchurch, 51 doden, uitgezonden via Facebook — geldt als keerpunt: de aanval inspireerde een internationaal netwerk van sympathisanten en veranderde de tactiek van extreemrechts naar meer gecentraliseerde online aansturing en verspreiding.
In Nederland manifesteert die beweging zich vooral in kleine, besloten chatgroepen en op gesloten platforms waar jonge mensen elkaar bevestigen, radicale ideeën normaliseren en geweldsverheerlijkende content delen. Tactieken omvatten het delen van manifesten en instructies, het verspreiden van memes en propaganda om rekrutering aantrekkelijk te maken, en het idealiseren van lone‑wolf‑operaties of kleine cellen. De grens tussen online agitation en daadwerkelijke geweldpleging wordt daardoor kleiner: inspiratie en praktische tips kunnen snel van virtueel naar reëel geweld leiden.
De dreiging is anders dan klassieke georganiseerde terreur: het profiel is vaker jong, digitaal actief en minder hiërarchisch georganiseerd. Daardoor zijn incidenten moeilijker vroegtijdig te detecteren en te voorkomen. Experts benadrukken dat hoewel grootschalige aanslagen in Nederland zeldzaam blijven, de kans op individuele of kleinschalige geweldsuitbarstingen door door het web geïnspireerde daders toeneemt.
Tegengaan vereist een mix van maatregelen: gerichte opsporing en monitoring van gesloten groepen, betere samenwerking met techbedrijven voor moderatie en ontmanteling van netwerken, en preventieve programma’s voor jongeren — onderwijs, vroegsignalering, sociale ondersteuning en deradicalisering. Het publieke debat en beleidsmakers worden opgeroepen zowel online radicalisatie serieus te nemen als te investeren in lokale en preventieve aanpakken om kwetsbare jongeren uit die echo‑kamers te halen.