Experts linken droogte Iran aan uitstoot fossiele brandstoffen
In dit artikel:
Een groep klimaatwetenschappers van World Weather Attribution (WWA) concludeert dat de uitzonderlijke, aanhoudende droogte in Iran en delen van West-Azië zonder door mensen veroorzaakte opwarming veel zeldzamer en minder hevig zou zijn geweest. Volgens klimaatprofessor Friederike Otto (Imperial College) verhoogt decennialange verbranding van fossiele brandstoffen de kans op dit soort droge jaren; sinds de winter van 2020 ervaart de regio al bovengemiddelde hitte en droogte.
Praktische gevolgen zijn ernstig: grote stuwmeren die steden van drinkwater voorzien zijn deels drooggevallen en het waterpeil van Teheran is het laagst in zestig jaar. De Iraanse overheid verklaarde een nationale noodsituatie, voert ’s nachts waterafsluitingen in en president Masoud Pezeshkian stelde zelfs een mogelijke evacuatie van de ruim 16 miljoen inwoners van de hoofdstad voor als de situatie verslechtert.
WWA wijst er ook op dat lokale factoren de crisis verergeren: overmatig grondwatergebruik, overbegrazing en afgenomen vochtvasthoudend vermogen van bodems maken het gebied kwetsbaarder en treffen vooral de landbouw. Ironisch genoeg is Iran zelf een van de grotere olieproducenten wereldwijd, wat de rol van fossiele brandstoffen in de crisis onderstreept. De onderzoekers zien de bevindingen als argument om op de klimaatconferentie in Belém ernstiger afspraken te maken over het uitfaseren van fossiele brandstoffen.