Even met de motor kattenbakkorrels halen? Mijn zoon kwam asgrauw en bebloed terug
In dit artikel:
Een moeder beschrijft met droge humor hoe haar zoon al sinds zijn eerste stepje geobsedeerd is door snelle voertuigen. Tegen racefietsen kon ze zich neerleggen, tegen een scooter en stiekem autorijden op zijn zestiende weigerde ze dat niet met succes; uiteindelijk haalde hij tóch zijn auto- en later motorrijbewijs. Zijn vader reageerde veel minder bezorgd dan zij. De zoon spaarde, kreeg wat giftjes van familie en kocht een oude motorfiets waar hij dolgelukkig op was en vol “vrijheid” de straat op trok — tot hij kort daarna na een korte boodschap thuiskwam met een bebloekt lichaam en een kapotte motor.
De zoon bleef lichamelijk redelijk ongedeerd maar was zichtbaar aangeslagen; de motor lag er slecht aan toe en hij moet opnieuw sparen voor reparatie. De columniste wisselt zorg en spot af, gebruikt herhaaldelijk ironische, pseudo-Confuciaanse spreuken om haar angst en moederlijke frustratie te kleuren. Ze hoopt stilletjes dat het reparatieplan lang blijft duren. Als context: de tekst belicht het conflict tussen jong verlangen naar snelheid en ouderlijke bezorgdheid, en verwijst impliciet naar het hogere risico dat motorrijden met zich meebrengt vergeleken met autorijden.