Eurovisiesongfestival in crisis: mogelijke boycot vanwege Israëlische deelname

In dit artikel:

De European Broadcasting Union (EBU) beslist binnenkort in Genève of Israël mag blijven meedoen aan het Eurovisiesongfestival, nadat meerdere deelnemende landen protesteerden over de rol van Israël in de oorlog in Gaza en er beschuldigingen zijn dat Israël zijn eindresultaat kunstmatig heeft ondersteund. De kwestie werd extra gevoed door veiligheidsincidenten tijdens eerdere finales — onder andere een poging om de Israëlische zanger Yuval Raphael aan te vallen — en door claims dat Israël via een omvangrijke promotiecampagne onevenredig veel stemmen trok.

Organisatoren hebben recent striktere stemregels voorgesteld om invloed van overheden en onevenredige promotie tegen te gaan: onder meer beperking van het aantal stemmen per fan en maatregelen tegen grootschalige promotie-acties. Deze veranderingen moeten het vertrouwen herstellen; als de EBU-leden daar niet in meegaan, kan er gestemd worden over (tijdelijke) uitsluiting van Israël.

Meerdere landen kondigden al mogelijke boycots aan: Ierland, Spanje en Slovenië lieten weten niet mee te doen als Israël aanwezig blijft, terwijl Duitsland heeft gezegd zich terug te trekken als Israël wordt uitgesloten. De Israëlische omroep KAN zegt aan alle regels te voldoen en bereidt zich gewoon voor op deelname in 2026, terwijl sommige omroepen — waaronder die van het gastland volgend jaar — benadrukken dat Israël onderdeel van Eurovisie is.

De zaak zet het festival in een politieke crisis: al lang werd gepretendeerd dat Eurovisie apolitiek is, maar politieke spanningen blijken moeilijk te scheiden van de competitie. De uitkomst in Genève kan invloed hebben op de samenstelling van deelnemers, de uitzendingen en het imago van het festival als neutraal podium.