Europese Unie offert verkeersveiligheid op om wraakzuchtige Trump te vriend te houden
In dit artikel:
Op 21 augustus maakten de Europese Unie en de Verenigde Staten bekend dat ze willen overgaan op wederzijdse erkenning van voertuignormen, zodat auto's die volgens de regels van de ene markt zijn goedgekeurd ook in de andere markt verkocht kunnen worden. Voor de Verenigde Staten verandert er weinig, maar voor Europa kan het grote gevolgen hebben omdat de EU veel strengere eisen stelt aan voertuigveiligheid.
Verkeersveiligheidsorganisatie ETSC reageert fel: directeur Antonio Avenoso stelt dat de EU hiermee een politieke concessie doet ten koste van de verkeersveiligheid en waarschuwt dat belangrijke beschermingen — zoals automatische noodremmen, voetgangersbescherming en rijstrookassistentie — onder Amerikaanse regels vaak ontbreken. Hierdoor zouden Amerikaanse modellen in Europa kunnen verschijnen die niet voldoen aan de strengere Europese technologie- en beschermingsstandaarden.
Critici vrezen vooral een toestroom van zware pick-ups en SUV's die bij aanrijdingen grotere risico's vormen voor andere weggebruikers. Merkenvoorbeeld dat vaak genoemd wordt is de Tesla Cybertruck: die is nu te zwaar en heeft scherpe hoeken die snijwonden kunnen veroorzaken, maar bij wederzijdse erkenning zou zo'n model mogelijk toch op Europese wegen komen. Tien Europese organisaties op het gebied van voertuigveiligheid en consumentenbescherming, plus ngo's zoals Transport & Environment, hebben eerder al gewaarschuwd voor de risico's van versoepeling.
Onderzoek wijst uit dat hogere voorfronten het risico op dodelijke ongevallen vergroten (een toename van 10 cm in hoogte werd gelinkt aan een 22% hoger sterfterisico), waarbij vrouwen, kinderen en ouderen extra kwetsbaar zijn. De discussie spitst zich toe op de afweging tussen handelsbevordering en het behoud van Europese veiligheidsnormen.