Europese muur van F-35's uitgebreid: kunnen we de Russen aan in de lucht?
In dit artikel:
België heeft recent zijn eerste F-35-gevechtsvliegtuig in ontvangst genomen, een mijlpaal binnen een Europese toestroom van stealth-jagers waarmee het continent inmiddels meer dan 700 F-35’s telt. De levering maakt deel uit van België’s vernieuwing van de luchtmachtcapaciteit en van een bredere NAVO-inspanning om moderne, onderling verbonden vliegtuigen in dienst te hebben ter versterking van de afschrikking.
De F-35 biedt eigenschappen die traditioneel ontbreken bij oudere types: stealth, geavanceerde sensoren, en sterke netwerkmogelijkheden waardoor informatie-deling en gezamenlijke operaties makkelijker worden. Voor België betekent de komst van de eerste machine de start van een transitie van oudere F-16’s naar een platform dat beter past bij moderne conflicten en interoperabiliteit binnen NATO-squadrons.
Gezamenlijk vormen de honderden F-35’s in Europa een aanzienlijk vermogen en verhogen ze de collectieve slagkracht en flexibiliteit van bondgenoten. Toch is die 'muur' van vliegtuigen niet vanzelfsprekend een garantie voor overwicht op Rusland. Militaire effectiviteit hangt niet alleen van het aantal toestellen af, maar ook van beschikbaarheid, training, munitievoorraad, elektronische oorlogsvoering, logistiek, baseringen en het vermogen om vijandelijke luchtafweer (zoals moderne raketsystemen) te neutraliseren. Rusland beschikt nog altijd over een groot aantal gevechtsvliegtuigen en robuuste luchtverdediging, wat een confrontatie complex en risicovol maakt.
Kortom: de komst van de F-35 in België en de opbouw van een Europese vloot versterken de westerse verdedigingspositie en interoperabiliteit, maar strategisch overwicht vereist veel meer dan alleen moderne vliegtuigen — het vergt systemen, aanvoer, training en politieke-coördinatie.