Europese Commissie wil hoge heffingen om staalindustrie te beschermen
In dit artikel:
De Europese Commissie stelt strenge beschermingsmaatregelen voor om de Europese staalindustrie te redden: een importheffing van 50 procent op staal van buiten de EU (tegenover de huidige 25 procent) en een halvering van de vrijgestelde hoeveelheid naar iets meer dan 18 miljoen ton per jaar. Boven dat quotum zou de zware heffing van 50 procent gelden. Het voorstel moet nog worden goedgekeurd door het Europees Parlement en de lidstaten; de Commissie wil zo snel mogelijk groene licht, uiterlijk volgend jaar zomer.
Achtergrond is een crisis in de sector: Europese producenten kampen met hoge energieprijzen, een dalende vraag en concurrentiedruk door goedkope importen, met name uit China. Brussel verwijst naar forse wereldwijde overproductie — naar schatting zo’n 620 miljoen ton boven de vraag, ruim vijf keer de jaarlijkse behoefte van de EU — die de prijzen drukt en Europese fabrieken in de problemen brengt. Europese staalmakers en belangenbehartigers juichen daarom; bedrijven als Tata Steel hebben in Brussel actief gelobbyd voor strengere maatregelen.
De Commissie hoopt met de maatregel ook politiek voordeel te behalen richting de Verenigde Staten: door vergelijkbare tarieven in te voeren wil Brussel President Trump tegemoetkomen en mogelijk bereiken dat Washington zijn eigen heffingen op Europees staal versoepelt. Trump hanteerde eerder al een importtarief van 50 procent als middel tegen Chinese overproductie.
Niet alle ketenpartners zijn enthousiast. Industrieën die staal verwerken — bijvoorbeeld de auto-industrie — importeren veel grondstof en vrezen dat de extra kosten doorwerken in hogere consumentenprijzen. De voorzitter van Metaalunie wijst erop dat aandacht en steun nodig blijven voor de hele toeleveringsketen, niet alleen voor de staalproducenten. Eurocommissaris Wopke Hoekstra bestempelt de ingreep als noodzakelijk om faillissementen te voorkomen en verwacht beperkte prijsimpact voor consumenten (in verhouding kleine verhogingen per apparaat of auto).
Economen waarschuwen voor ongewenste neveneffecten: hogere beschermingsmuren kunnen prikkels voor efficiëntie en innovatie verminderen, waardoor bedrijven minder geneigd zijn kosten te besparen. De uiteindelijke uitkomst hangt nu af van het politieke proces binnen de EU en de reactie van handelspartners.