Europa een continent op sterven na dood? Schrijver David Szalay kan het niet meer aanhoren
In dit artikel:
David Szalay, Hongaars-Engelse schrijver (geb. Montréal, opgegroeid in Londen, nu woonachtig in Wenen), gebruikt zijn eigen zwerfleven als vertrekpunt voor romans die de hedendaagse Europese identiteit onderzoeken. Tijdens een gesprek op een zomers terras in Pécs — de stad waar zijn vader vandaan komt en waar twee van zijn kinderen zijn geboren — legt hij uit dat zijn werk steeds terugkeert naar beweging: mensen, grenzen, sociale klassen en tijd. Die mobiliteit is zowel persoonlijke geschiedenis (ouders die uitwijken, zelf wonen in verschillende hoofdsteden) als literaire motor: zijn protagonisten verplaatsen zich veelvuldig door een Europa dat steeds meer met elkaar vervlochten is.
Szalay brak internationaal door met Wat een man is (2016), een boek van negen verhalen over mannen in uiteenlopende levensfasen die kriskras door Europa reizen en in crisis verkeren. Turbulentie (2018) verbindt korte verhalen via luchtreizen en benadrukt de verbondenheid van de moderne wereld. Zijn nieuwste roman, Het vlees (2024), staat op de longlist van de Booker Prize en volgt de Hongaarse István: opgeleid tot soldaat, verzeild in een carrière als beveiliger, klimmend naar de top van Londense kringen om uiteindelijk te vallen. Het vlees focust op het mannelijke lichaam, op lust, geweld en ambitie, en onderzoekt hoe verlangens van het vlees vaak het verstand vooruitlopen.
Centrale thema’s in Szalays oeuvre zijn het outsiderbestaan en het Europese perspectief. Hij voelt zich in geen enkel land volledig thuis — niet in Londen, niet in Hongarije, minder nog in Wenen — maar wel in Europa als idee en ruimte. Die ambivalente positie geeft hem tegelijk afstand en nabijheid: hij kan kleine, alledaagse details scherp observeren en tegelijk grote, continentbrede bewegingen schetsen. Zijn personages zijn zelden helden; het zijn vaak “non-helden”, alledaagse mannen die aanmodderen, waardoor zijn werk tragikomisch blijft: het tragische gaat schuil achter droogkomische observaties.
Szalay ziet de roman als bij uitstek geschikt om complexe, ambigüe thema’s tastbaar te maken. Waar hij geen klare mening heeft, biedt fictie ruimte om nuances te onderzoeken. Tegelijk bekent hij zich tegen overdreven ernst in de cultuur: te veel eerbied en vroomheid dreigt de literatuur saai te maken. Humor en oneerbiedigheid — voorbeelden zoals Boccaccio en Chaucer haalt hij aan — zijn volgens hem essentiële middelen om ook in moeilijke tijden creatief te blijven.
Politiek en cultuur vormen een belangrijke achtergrond in zijn reflecties. Brexit veranderde volgens Szalay de sfeer rond Londen en vernietigde het idee van die stad als besloten centrum van een “fluïde Europa”. Tegelijk ziet hij opkomend nativisme in Europa vooral als een vorm van “euronativisme”: nationale leiders die de “Europese beschaving” benadrukken in plaats van puur eigen nationale trots (hij noemt impliciet figuren als Orbán en Meloni). Szalay waarschuwt dat een gefragmenteerd Europa kwetsbaar wordt voor machtsspelers buiten het continent en pleit voor behoud van Europese samenhang, niet uit idealisme alleen maar ook uit angst voor afhankelijkheid.
Over de discussies rond mannelijkheid zegt Szalay dat zijn boeken eerder observaties dan programmatische statements zijn. De aandacht voor mannen in crisis heeft hij niet bewust als maatschappelijk manifest opgezet; wel ziet hij verwantschappen met oude literaire thema’s — hij wijst op Hamlet als lange historisch voortgaande mannelijke crisis. Voor Szalay is die crisis weinig nieuw: maatschappelijke verwachtingen rondom mannelijkheid veranderen voortdurend en geven altijd stof tot literair onderzoek.
Privé houdt Szalay een vlakke balans tussen werken en wonen: hij werkt in een huis in de Sloveense bossen, waar hij het “zware werk” van schrijven doet, en verhuist deels naar plekken met persoonlijke banden zoals Pécs. Hij geeft ook aan dat politieke ontwikkelingen in Hongarije hem en zijn gezin naar Wenen deden verplaatsen; zijn huwelijk met een vrouw die Hongaars spreekt geeft haar een andere emotionele band met het land dan hij, die de taal niet vloeiend beheerst.
Kort samengevat is Szalay een schrijver die Europa van binnenuit probeert te begrijpen door milde ironie en nauwgezette observatie. Zijn romans verbinden persoonlijke verhalen met grotere maatschappelijke verschuivingen: globalisering, migratie binnen Europa, nativisme, en de eeuwigdurende vragen rond mannelijkheid en identiteit. Terwijl hij waarschuwt tegen culturele bedruktheid en te veel ernst, benadrukt hij het belang van humor en de romanvorm om complexe tijden vruchtbaar te maken — niet omdat de problemen verdwijnen, maar omdat humor en verbeelding ons in staat stellen ze op nieuwe manieren te zien.