Eurocommissaris en EU-ministers weggestuurd na aankomst in Oost-Libië

In dit artikel:

Een hoge EU-delegatie, waaronder Eurocommissaris Brunner voor Migratie, is onlangs uit Oost-Libië gezet na aankomst in Benghazi. De lokale autoriteiten van de door de Verenigde Naties niet erkende oostelijke regering (GNS) verklaarden Brunner persona non grata en verwezen de groep met onmiddellijke ingang uit het gebied. De delegatie was naar Benghazi gekomen voor diplomatieke gesprekken over migratiebeleid, waarbij ze ook al gesprekken voerden met de internationaal erkende westelijke regering (GNU).

De Oost-Libische premier Hammad noemde de actie van de EU een flagrante schending van diplomatieke normen en internationale verdragen, terwijl concrete details over de vermeende overtredingen achterwege bleven. Het incident vindt plaats binnen de context van de langdurige verdeeldheid in Libië, dat sinds de burgeroorlog wordt beheerst door rivaliserende machten: de GNU in het westen en de GNS in het oosten onder leiding van militair leider generaal Haftar.

Volgens bronnen, waaronder Politico, had de EU-delegatie gehoopt rechtstreeks met Haftar te overleggen, maar zou ze een uitnodiging voor bredere gesprekken met GNS-functionarissen, waaronder premier Hammad, hebben afgewezen. Zowel de Europese Commissie als de betrokken EU-leden hebben tot op heden geen officiële reactie gegeven op het voorval. Dit diplomatieke voorval onderstreept de complexe politieke situatie in Libië en de daarmee gepaard gaande uitdagende relaties voor internationale actoren die zich willen bemoeien met kwesties als migratie en veiligheid.