EU worstelt met besluit over Russische tegoeden voor Oekraïne
In dit artikel:
Op de EU-top in Brussel is besloten verder te onderzoeken hoe bevroren Russische tegoeden kunnen worden ingezet om Oekraïne te steunen, maar er kwam nog geen definitief akkoord. In de kluis bij Euroclear staat ongeveer 185 miljard euro aan bevroren Russische middelen; de Europese voorstellen zien erop 140 miljard daarvan als onderpand te gebruiken voor leningen aan Oekraïne. Van de 27 lidstaten stemde alleen Hongarije tegen; 26 landen vroegen de Europese Commissie om de opties verder uit te werken.
De haast is groot: Oekraïne wil de gelden zo snel mogelijk aanspreken (Zelensky mikte op januari) om eigen wapenproductie op te zetten en geavanceerde wapens te financieren — deels in de VS en deels binnen de EU. Tot nog toe komt steun grotendeels uit nationale begrotingen, iets wat Nederland en andere landen oneerlijk verdeeld vinden. Premier Schoof benadrukte dat als alle lidstaten proportioneel hetzelfde zouden bijdragen als Nederland, de financiële druk zou afnemen.
België uitte sterke bedenkingen over juridische en financiële risico’s: het vreest grote claims van Rusland en wil dat eventuele risico’s gezamenlijk door de EU worden gedragen. Premier de Wever wees op de precedentwerking en waarschuwde dat het geld daardoor definitief verdwenen kan zijn; alleen bij latere herstelbetalingen aan Rusland zou teruggave aan de orde zijn. De Commissie moet nu een plan voorbereiden waarin risico’s over de lidstaten worden verdeeld; daarover is politiek en technisch overleg nodig en een besluit wordt uiterlijk voor het einde van het jaar nagestreefd.
Verder spraken de regeringsleiders zich uit over strengere anti-Ruslandmaatregelen: het 19e sanctiepakket werd goedgekeurd, met een versnelde stop op invoer van vloeibaar gas uit Rusland, hardere aanpak van de Russische “schaduwvloot” en sancties tegen diplomaten. De klimaatdiscussie over het EU-doel voor 2040 werd uitgesteld: voorstellen van klimaat-Eurocommissaris Hoekstra voor een 90% reductie (ten opzichte van 1990) liggen onder druk en kunnen versoepeld worden, onder meer door meer ruimte te geven voor emissiereducties buiten de EU.