EU verhoogt btw op recreatie vanaf 2028
In dit artikel:
Per 1 januari 2026 stijgt in Nederland het btw-tarief op hotelovernachtingen van 9 naar 21 procent, waardoor binnenlandse verblijven gemiddeld zo’n 10 procent duurder worden. Daarnaast introduceert de Europese Commissie vanaf 1 juli 2028 de ViDA-regels (VAT in the Digital Age): digitale platformen die verhuur van accommodaties en personenvervoer faciliteren — denk aan Airbnb, Booking.com, Uber en kleinere lokale platforms — worden btw-plichtig en krijgen uitgebreide administratie- en e-factureringsverplichtingen.
Doel van ViDA is het weghalen van concurrentieverstoringen: nu kunnen particuliere verhuurders en kleinschalige aanbieders soms vrijgesteld zijn van btw, terwijl professionele aanbieders die wel moeten rekenen. Door platforms verantwoordelijk te maken voor het in rekening brengen en afdragen van btw ontstaat één uniformer speelveld in de EU. Dat moet ook de controle en inning van btw over landsgrenzen heen vereenvoudigen.
De praktische gevolgen zijn ingrijpend. Platformbedrijven moeten in elk EU-land waar ze actief zijn btw afdragen, wat vraagt om robuuste boekhouding en extra personeel; grote spelers kunnen dat dragen, kleinere platforms mogelijk niet. Kosten zullen deels worden doorberekend aan aanbieders of gasten; een voorbeeld: een Airbnb-kamer van 100 euro kan bij volledige doorberekening 121 euro gaan kosten. Kleinere particuliere verhuurders en bijverdieners zien netto-inkomsten krimpen, wat mensen kan doen stoppen met verhuren en het aanbod verminderen. Dat werkt in het voordeel van hotels en erkende taxibedrijven en kan de markt verder concentreren.
Voor overheden betekent de maatregel extra belastinginkomsten en meer harmonisatie van regels binnen de EU; die extra opbrengsten vloeien deels terug naar nationale begrotingen en naar EU-begrotingbijdragen. Kritiek is dat ViDA vooral grotere bedrijven en staatsinkomsten bevoordeelt, terwijl mkb, particuliere aanbieders en consumenten de prijsstijgingen en administratieve lasten dragen.
Kortom: ViDA moderniseert btw-regels voor de digitale platformeconomie en bestrijdt ongelijkheid tussen aanbieders, maar brengt hogere kosten, meer administratie en risico op uitstroom van kleinere aanbieders — met mogelijk duurder en beperkter recreatieaanbod voor consumenten.