EU neemt geen strafmaatregelen tegen Israël, maar opties blijven op tafel liggen
In dit artikel:
De ministers van Buitenlandse Zaken van de 27 EU-lidstaten konden maandag in Luxemburg niet tot een besluit komen over tien voorgestelde strafmaatregelen tegen Israël en hebben die voorlopig in de ijskast gezet. De urgentie om sancties in te voeren is volgens meerdere deelnemers afgenomen nu — tien dagen na het ingaan van een staakt‑het‑vuren tussen Israël en Hamas — de situatie tijdelijk minder escalatoir lijkt; enkele ministers bedankten daarbij expliciet de Amerikaanse president voor de verandering in omstandigheden.
Achtergrond is een langer lopend Europees dossier: ruim twee jaar beraad en in september scherpe taal van Commissievoorzitter Ursula von der Leyen, die Israël beschuldigde van het inzetten van honger als oorlogswapen. Zij stelde toen drie concrete maatregelen voor, waaronder het deels opschorten van handelsvoordelen, tijdelijke stopzetting van directe hulp en het op de zwarte lijst zetten van bepaalde Israëlische ministers en kolonisten. Dat pakket stuitte op weerstand van landen als Duitsland, Italië, Oostenrijk, Tsjechië, Hongarije en Bulgarije, die tot nu toe tegenhouden dat Brussel formeel sancties invoert.
EU-buitenlandchef Kaja Kallas benadrukte na de vergadering dat de meningen “zeer verdeeld” zijn en dat de situatie te fragiel is om nu met sanctiedreiging door te gaan. De voorgestelde maatregelen blijven echter als drukmiddel klaarliggen: de EU wil bewijs dat Israël meer humanitaire hulp naar Gaza laat, extra grensovergangen opent en journalisten en hulpverleners toegang geeft — afspraken die Kallas recent met Israëls minister Gideon Sa’ar besprak.
Demissionair minister David van Weel is tevreden dat alle opties op tafel blijven; hij erkent tegelijk dat sommige lidstaten liever geen kritiek op Israël uiten. In de praktijk betekent uitstel waarschijnlijk afstel tenzij Israël de gevechten weer flink opvoert. Diplomatiek wil de EU de druk handhaven: Israël moet aantonen dat verbeteringen geen loutere papieren beloften zijn. Van Weel voegde eraan toe dat hij hoopt dat Hamas de wapens neerlegt, omdat het vredesplan geen plaats voor die beweging voorziet.