EU-lidstaten woest over megalomaan begrotingsplan Brussel

In dit artikel:

Zuinige EU-landen zoals Nederland, Duitsland, Oostenrijk, Zweden en Finland weigeren het door de Europese Commissie voorgestelde megabegrotingsplan van 2000 miljard euro voor 2028-2034, een stijging van bijna 800 miljard. Ze vinden het bedrag veel te hoog en onhaalbaar, zeker gezien binnenlandse noodzaak tot besparingen. Vooral het schrappen van kortingen voor nettobetalers en de introductie van een EU-belasting op grote bedrijven stuiten op stevige kritiek. Duitsland noemt deze belasting zelfs "doodgeboren" uit angst dat bedrijven hun vestiging buiten de EU zoeken.

België waarschuwt dat het door haar zwakke overheidsfinanciën de verhoogde EU-bijdrage mogelijk niet kan dragen. Namens Nederland benadrukt de ambassadeur het belang van een afgeslankte begroting, waarbij keuzes gemaakt moeten worden in tijden van schaarste. Tegelijk verzetten deze landen zich tegen extra gezamenlijke EU-schulden.

Aan de andere kant pleiten landen als Spanje en Griekenland juist voor meer financiële middelen en uitbreiding van de Eurobonds. Hoewel nieuwe prioriteiten als defensie en migratie op brede steun kunnen rekenen, zijn er zorgen onder netto-ontvangers over minder landbouwsubsidies en herverdeling van fondsen. Hongarije vreest daarnaast dat strenge rechtsstatelijke voorwaarden hun subsidies verder zullen verminderen en wil het voorstel volledig terugdraaien.

De onderhandelingen over dit omvangrijke EU-budget staan pas aan het begin en zullen zeker twee jaar duren, met een cruciale Europese top dit najaar als eerste bespreekmoment. Een akkoord vereist unanimiteit van alle 27 lidstaten, terwijl het Europees Parlement slechts een beperkte rol speelt. De Luxemburgse minister Xavier Bettel voorziet een moeizame discussie die uiteindelijk met compromispolitiek en onderlinge ruilhandel zal worden opgelost.