EU-landen vinden dat klimaatdoel vooral „pragmatisch" moet zijn
In dit artikel:
EU-lidstaten staan onder voorwaarden achter een klimaatdoel voor 2040, mits het zich op een pragmatische manier laat verenigen met economische belangen. Leiders hebben afgesproken een herzieningsclausule op te nemen zodat het doel aangepast kan worden als de concurrentiekracht van bedrijven in gevaar komt. Ook moet de schatting van hoeveel CO2 kan worden gecompenseerd — bijvoorbeeld via bebossing — realistisch zijn; mocht die compensatie achterblijven, dan mag dat niet ten koste gaan van andere sectoren. De uitstootreductie moet zowel ambitieus als kostenefficiënt worden uitgevoerd.
De Europese Commissie stelt voor om de uitstoot in 2040 met 90% terug te dringen. Voor goedkeuring is een ruime meerderheid van de lidstaten nodig tijdens een ingelaste milieuraad op 4 november; de Commissie wil met dat mandaat op 10 november op COP30 in Belém (Brazilië) optreden. Om steun te winnen biedt de Commissie al tegemoetkomingen, zoals soepelere regels voor de vanaf 2027 geplande CO2-heffing en mogelijk uitstel van een verbod op nieuwe auto’s met verbrandingsmotoren, afhankelijk van een evaluatierapport in december.
Het Europees Parlement en EU-ministers benadrukken dat de Unie een voortrekkersrol moet blijven vervullen en dat alle sectoren bijdragen aan klimaatneutraliteit. Tegelijk waarschuwen onderzoekers in het rapport State of Climate Action 2025 dat het wereldwijde tempo van verduurzaming momenteel te laag is om de opwarming tot 1,5 °C te beperken.